Uitgaande van Duitsland, periode III, rechtsrijdend dus zou ik het als volgt doen.
Vanaf het station tot aan de eerste wissel van het BW is enkelspoor wat in beide richtingen bereden kan worden. Er zijn geen doorlopende hoofdlijnen, dus het hele gebied is zgn. nevenspoor, wat een belangrijk gegeven is voor beveiliging/signalering.
Dit meenemend, kom ik tot de volgende opstelling:
1. Uitrijsein bij de wissel van het station. Die moet op een nevenbaan ongeveer 25 cm (grootspoor min. 50m) rechts na de wissel staan. De drie sporen ervoor die naar dit sein toeleiden moeten in elk geval voorzien worden van een spersein en daar nog ruim voor een bord Ne2 omdat er een hoofdsein aan komt. Ik heb ook die nog even in de tekening aangegeven. (Noot: het spersein naar de hoofdbaan links zou ik persoonlijk vervangen door een uitrijsein, wat ook een seinbeeld rangeren toegestaan heeft).
2. Ik zat te twijfelen over een inrijsein bij het BW (wat dan zou betekenen een voorsein bij het uitrijsein), maar bij nader inzien hoeft dat helemaal niet. Immers, het gaat hier om een nevenbaan, waar langzaam en veel op het zicht gereden wordt. Daar komt bij dat het spersein genoemd bij 3 zal verhinderen dat inkomend verkeer vanaf het station plaats kan vinden. (Als het spersein rangeren toegestaan geeft, zal het uitrijsein bij het station Hp0 (rood) aangeven.
Andersom zal het uitrijsein bij het station het spersein op stop zetten als er een trein het BW in wil rijden. Op deze manier is dat enkelspoor dus goed beveiligd.
3. Het spersien bij de laatste wissel voor uitrijden van het BW dus. Dit regelt dus in feite het enkelspoor verkeer. Hier moet ook een bord Ne2 komen om het uitrijsein genoemd bij 4 aan te kondigen. Dit mag een bord zijn, omdat het hier op nevenspoor staat.
4. Inrijsein bij de wissel voor binnenkomst in het station. Ook deze wissel moet min. 50 m (25 cm modelspoorbaan) voor het grensteken van de wissel staan en spreekt voor zich denk ik.
5. Zoals al eerder aangegeven, zou ik wel alle opstelsporen van het BW beveiligen met een sper (dwerg-)sein. (een sein op mast mag ook hoor als je dat mooier vindt staan). Dit gezien het feit dat er toch heel wat locs rond kunnen rijden. Zouden het slechts 1 of 2 vaste locs zijn, dan zou je zelfs het hele gebied "op zicht rijden" kunnen benoemen, maar in dit geval lijkt me dat niet echt toepasbaar.
Hier vind je ook goede info over het plaatsen van seinen:
http://www.hetspoor.com/handleidingen/Marklinseinen.pdfIk hoop dat er veel reacties op gaan komen, want ik ben zelf geen expert en leer er zeker ook van!