Citaat van: PatcheTrain op vrijdag 28 augustus 2020, 16:39:37
CiteerEn ik adviseer Patche dus ook om diverse redenen niet (direct) voor het baanplan te gaan wat hij nu bedacht heeft. Dat heeft niets te maken met spijt krijgen van iets wat je niet hebt gedaan. Dat heeft te maken met logisch redeneren en op basis daarvan keuzes maken.
Dirkkie, jij hebt de ruimte van mijn tuinhuis, wat zou jij doen? Tell me
Ik heb nog geen baan. Dat komt omdat ik de ruimte niet had. Maar ik had wel veel treinen en heb er dus wel over nagedacht hoe ik mijn baan in grote lijnen zou willen indelen. Momenteel heb ik 80 treinen, allemaal jonger dan 1990, met nadruk op na 2000. Alles heeft in Nederland gereden of rijdt daar (nog). Mijn uitgangspunt was een zoveel mogelijk realistische baan met als uitgangspunten zoveel mogelijk treinen daarover heen te kunnen sturen. Dat houdt in dat ik zogenaamd hoogfrequent wil rijden.
In de opzet ben ik daarom uitgegaan van een viersporige baan naar voorbeeld van Bijlmer Arena - Utrecht. De interity's rijden dan op de buitensporen en de sprinters en goederentreinen rijden op de binnenste sporen.
Vervolgens ben ik toen het station gaan ontwerpen. Ik heb daar Utrecht Centraal als voorbeeld aangehouden. Niet al te veel wissels, maar wel altijd mogelijkheid om op meerdere sporen te kunnen aankomen. In onderstaand plaatje ben ik dus begonnen met het ontwerpen van de blauwe en rode lijnen. Ik wilde wel dat het in het station mogelijk was dat goederentreinen ongehinderd door het station kunnen. Puur als capaciteitverhoger. Kanttekening is dat dat geen eens per se nodig is.
Ik wilde ook een regionale lijn aanleggen die vanuit het hoofdstation naar de regionale plaats zou toegaan. In het hoofdstation moesten de regionale treinen de overige treinen niet hoeven hinderen. Daarom is een extra perron in het midden aangelegd, waar treinen kunnen keren. Middels een dive-under kunnen ze de rode en blauwe lijnen passeren zonder gelijkvloerse kruising. Dit is een kruising ala Breukelen.
Naast het station heb ik een rangeerterrein getekend. Daar kunnen treinen worden afgetrapt en vervolgens weer worden bijgeplaatst. Zo kan een trein met twee treinstellen, er één achter laten en vervolgens doorrijden naar het schaduwstation. De achtergebleven trein rijdt naar het rangeerterrein en wordt daar opgesteld. Vervolgens keert deze weer terug naar het perron en wacht op de trein die uit het schaduwstation komt. Deze koppelt aan en samen rijden zij verder. Dit is conform werkelijkheid.
De groene lijnen is een HSL.
Het eerste schaduwstation is het schaudwstation waar de intercity's komen te staan. De rode sporen zijn doorgaande opstelsporen, de groene zijn opstelsporen die doodlopend zijn en de blauwe zijn de doorgaande sporen. Aan het einde van het schaduwstation zijn buffersporen opgenomen. Deze sporen maken het mogelijk om elke dertig seconden een trein te laten wegrijden.
Het schaduwstation van de sprinters en goederentreinen bevindt zich één niveau lager en kent dezelfde opzet. Treinen die slechts één richting oprijden, zoals goederentreinen, komen niet op de groene sporen. Dan rijden ze zich namelijk vast.
Dit alles brengt met zich mee dat treinen in vaste stammen komen te rijden. Heel saai, zullen een aantal denken, maar heel realistisch en uiterst praktisch als je digitaal wil rijden en met treindetectie wil werken. Dit soort dingen, leer je dus door veel te lezen en een goed doordacht plan te hebben.
Zoals je ziet heb ook ik een enorm "baanplan", eerder grove conceptschets. Het aantal sporen zal waarschijnlijk veel te veel zijn voor de breedte van de baan die ik wil aanhouden, maar toen ik deze schets maakte ging het me daar niet om. Het ging me om het systeem van treinafhandeling dat ik wilde uittekenen, of het logistiek mogelijk was een vierbaans spoor aan te leggen en toch te werken met schaduwstations. Dat bracht me ook tot inzicht hoe ik om kon gaan met elke dertig seconden een trein te laten rijden dmv de bufferzone, het omgaan met doorgaande opstelsporen, kopsporen, wissels plaatsen op plekken waar ze moeten komen. Ik heb namelijk over elke wissel nagedacht waarom deze erin zou moeten komen en waarom niet. Dat geldt voor het schaduwstation, voor het hoofdstation, voor het opstelterrein en voor het regionale station.
Ik heb net een huis gekocht en heb ruimte voor een testbaan. Die ga ik, als het huis af is, dus ook rustig aan uitwerken.
In jouw geval zou ik ook zeker groot denken. Visie is belangrijk om ergens naartoe te kunnen werken. Maar zoals je ziet is mijn plan opgebouwd uit verschillende niveaus en spoorlijnen. Stel dat ik de ruimte niet heb om alles te kunnen bouwen, kan ik bijvoorbeeld de HSL laten vervallen of het rangeerterrein of allebei, enz. Wat ik dus als ik jou was zou doen is visie aanbrengen met een echt goed doordacht plan, wat in stappen is opgebouwd en wat te faseren is.