In 1978 kwam Faller met bouwdoos
B-590 Schrebergarten Gartenhäuser op de markt.
Deze bouwdoos bestond uit vier tuinhuisjes, zoals deze reeds jarenlang in veel
grote steden van Duitsland voorkomen op talloze volkstuintjes (
Kleingarten).
De meeste volkstuintjes zijn in een lokale vereniging georganiseerd, waarbij de
grootste met 1315 percelen op
53,1 hectare de 'Verein der Kleingärtner Ulm e.V.' is.
Enkele voorbeelden van zulke verenigingen: in
Dordmund,
Keulen en
München.
Een fenomeen wat zich met name in Duitsland, maar ook in Polen manifesteert.
Zo heeft Neurenberg een
Laubenmuseum en bestaat er in Leipzig zelfs een
Kleingärtnermuseum.
Faller B-590Bron:
www.bahnbauten-h0.blogspot.comGeschiedenis
De volkstuinen kregen de naam "Schrebergarten" ter nagedachtenis aan de arts
Daniel Gottlieb Moritz Schreber (1808-1861), die destijds de revolutionaire
eis deed voor kinderspeelplaatsen om ze van de gevaarlijke straten te halen.
De schoonzoon van Dr. Schreber, een schooldirecteur uit Leipzig, Dr. Phil Hausschild
zag tuinieren als een goed middel om jonge stadsmensen op te leiden.
In 1864, drie jaar na zijn dood, op basis van zijn idee werd Dr. Schreber postuum
de patroonheilige van de volkstuinders en werd het "Schreberverein" opgericht.
Hieruit ontstond de naam "Schrebergarten" als benaming voor volkstuintjes.
Alleen al in Duitsland zijn er inmiddels meer dan 890.000 volkstuintjes.
Tuinhuisje medio 1959Bron:
www.schrebergarten06.deRegels (
Bundeskleingartengesetz)
Er zijn in Duitsland strikte regels verbonden aan een volkstuintje:
- Een volkstuin mag maximaal 400m² groot zijn .
- Het tuinpaviljoen mag maximaal 24m² groot zijn,
of preciezer: per volkstuin is 24m² overkapping toegestaan.
Deze kan ook opgedeeld worden in bijvoorbeeld een kleinere hut en een gereedschapsschuur.
Overdekt betekent een vast geïnstalleerd dak, een uitschuifbare luifel is niet inbegrepen.
- Het tuinpaviljoen moet eenvoudig zijn ontworpen.
- U mag niet permanent in uw volkstuin wonen.
Het is echter wel toegestaan om er van tijd tot tijd te overnachten.
- Ten minste één derde van het tuinoppervlak moet worden gebruikt voor tuinbouw,
d.w.z. bebouwd met fruit of groenten voor persoonlijk gebruik.
- De lunchpauze is van 13.00 uur tot 15.00 uur, de nachtrust is van 22.00 uur tot 7.00 uur.
- Ook worden er eisen gesteld aan welke bomen of struiken mogen worden geplant,
omdat deze te hoog worden, andere planten dwarszitten of de bodemkwaliteit aantasten.
SchrebergartenBron:
www.germangirlinamerica.comEnkele voorbeelden Bron:
www.fassadengruen.de Bron:
www.media.istockphoto.comKleingärtner Holtenau (Kiel)Bron:
www.apt-holtenau.deGroeten,
Erik.