Wat me zelf interesseert is, hoe ermee omgegaan wordt.
Bij een aantal modelbanen ben ik speciaal gaan letten op de gebruikte slanke wissels, en welke aangebrachte voorzieningen zichtbaar zijn:
1. de MOBA-puko zie ik nooit. Dat doet vermoeden dat alle slanke wissels standaard zijn gepolariseerd voor 3-rail gebruik.
Bijna alle banen die ik in 2013 en 2014 bekeek, waren gedigitaliseerd, en omdat digitaal rijden veel gevoeliger is voor kortsluiting dan analoog, denk ik dat tentoonstellingsbanen robuuster zijn beveiligd.
2. De langere strijkregel (het HAG-advies) zie ik soms wel, maar zeker niet altijd.
Omgebouwde 2272 wissels herken je vooral aan het doe-het-zelf hartstuk (hetzij bijgepunt, hetzij doorgetrokken en bijgevijlde spoorstaven), aan de freesnaad bij de wisseltong, en aan het feit dat ze vrijwel volledig geballast zijn.
Foto: Nedertalbahn (Zutphen, 20 dec. 2014)
slank wissel oude-stijl, omgebouwd met langere strijkregels, en een vast hartstuk

Foto: Nedertalbahn (Zutphen, 20 dec. 2014)
slank wissel oude-stijl, omgebouwd met langere strijkregels, en een vast hartstuk

Foto: Nedertalbahn (Zutphen, 20 dec. 2014)
slank wissel oude-stijl, niet omgebouwd, met beweegbaar hartstuk:

3. de nieuwere wisseltypes 22715-22716 zijn standaard geballast, de oude (niet-verbouwde) wisseltypes 2272 met beweegbaar hartstuk zijn meestal vrijwel niet geballast. Oude-stijl wissels liggen op de ballast, in plaats van erin.
Een frappant geval in de M-Track baan (in het echt komt dit veel voor);
Het afslaande (dode spoor) is niet meer bereikbaar; de helft van de wisseltong ontbreekt:

Duidelijk is hier een detail-eigenschap te zien van de oude-stijl slanke wissels: de ingefreesde wisseltong....
M-Track 20 dec 2014, Zutphen; Wissel met uitgerukte tong:
