Je vraag maakt in ieder geval duidelijk dat, als de wielafstand deugt (en de flenzen niet te breed zijn), de sleper het kernpunt vormt van elke locomotief ombouw. En daarmee zitten we dus in de wiki categorie:
http://wiki.3rail.nl/index.php/Categorie:Ombouw_Rollend_MaterieelEn daar zou je dan verwachten iets standaards over die slepers aan te treffen. Helaas, op dit moment nog niente nulla. Maar wat niet is, kan komen.
Er staat b.v. al wel iets in over 2- en 3-rail assen:
http://wiki.3rail.nl/index.php/3rail_en_2rail_assenEr staan ook zomaar wat tips, maar die gaan niet over slepers specifiek:
http://wiki.3rail.nl/index.php/Algemene_Informatie_Ombouw_Rollend_MaterieelVoorlopig zit er dus niets anders op dan de zoekfunctie te gebruiken.
Er staan overigens grappige dingen wel in de wiki die niet stroken met mijn ervaring:
CiteerProblemen die men kan ondervinden bij inzet van 2-rail wielen op Märklin 3-rail systemen:
- Een 3-rail wiel rijdt bij Märklin met de flens over het hartstuk van een wissel en niet met het loopvlak. Een 2-rail wiel rijdt met het loopvlak door het hartstuk en zakt in de punt weg. Het wagonnetje met een 2-rail wiel maakt dus een hobbelende beweging bij het passeren van de wissel.
- Bij 3-rail loks heeft het wiel nog massa afname in het wissel als hij op de flens rijdt.
Bij mij rijden 3-rail wielen met het loopvlak over het puntstuk van een wissel, en niet met de flens.
Zij nemen dus met het loopvlak stroom af, en alleen met de flens voor zover daar nog stroom te vinden is.
Desondanks hobbelen 2-rail wagonnetjes nooit over mijn Marklin wissels.
Dat kan niet bij Marklin wissels (van sinds de jaren '90) die niet zijn nabewerkt, want zulke wissels hebben af fabriek geen rijspanning op de 2 binnenste spoorstaven. Mijn wissels zijn daarom aangepast op tevens 2-rail gebruik, en daartoe is de "A" geïsoleerd en/of verwijderd. Die "A" vormt:
Citeereen massastrip in de kunststofgeleiding van een wissel.
.
strijkregel lengteDe oorzaak van eventueel gehobbel is dus een andere dan de 3-rail wiki aan geeft.
De enige keer dat ik een circa 30 cm lange Liliput wagon zag hobbelen op een 2262 (standaard)-wissel, deed hij dat maar een kant op (komend van het afslaande spoor richting wsiseltong), en de oorzaak was de te korte strijkregel (van het afslaande spoor). Op aanraden van lezersonderzoek op het HAG-forum heb ik de strijkregels van alle k-wissels standaard verlengd. Dat onderzoek ging uit van de vraag: is het mogelijk om voor 2-rail en 3-rail locomotieven dezelfde wielbasis te hanteren. Er hoeft dan maar 1x een model ontwikkeld te worden, in plaats van voor elk railtype apart. Uit het onderzoek bleek dat alle Marklin strijkregels standaard te kort zijn. Dat staat natuurlijk niet in de 3-rail wiki.
flenshoogte en flensdikteEen ander verschil uit de 3-rail wiki betreft de flenshoogte en flensdikte-verschillen:
De flenshoogte en dikte verschilt meestal. De hoogte staat wel uitgelegd, de dikte niet.
Citeerwielflenzen voor het 2-rail systeem zijn 1,2 mm hoog
Citeerwielflenzen voor het 3-rail systeem zijn 1,35 mm hoog
Als dat klopt, en de verhoging in het puntstuk van 2-railwissels (want die is er, in ieder geval bij Piko-A), is gebaseerd op 1,2 mm hoogte, dan zou je verwachten dat 3-rail wielen hobbelen over het puntstuk van 2-rail wissels, en dat is beslist niet zo. Maar waarom zijn ze dan verhoogd als niet de bedoeling is dat de 2-rail wielflens de verhoging raakt?
Ik denk dat de wiki het bij het verkeerde eind heeft op dit punt van flenshoogte.
Maar hoe zit dat dan met flensdikte?
Wat ik tot dusverre daarover ben tegen gekomen, betreft Piko-A wissel puntstukken. Die gaan namelijk uit van een smallere wielflens dan Marklin (en ook oudere 2-rail merken) wielen (vaak) hebben. En daarom moet je het "puntje" van die wissels soms iets verder isoleren dan af fabriek gemaakt wordt.
Amerikaanse wielflenzen worden ook op het forum genoemd. Het gaat dan om 2-rail locomotieven die de neiging hebben om weg te zakken in Marklin wissel puntstukken. De genoemde oorzaak: een smallere wielflens. Vermoedelijke oorzaak: een smallere as-afstand want alleen dan kun je wegzakken in het puntstuk verklaren (niet de diepte, maar de afstand tussen de spoorstaven is te groot).