Wat je precies bedoelt met het activeren van locs, weet ik niet. Als een digitale loc voor het eerst op de baan staat, weet de MS 2 nog niet dat 'ie er is. Een loc met mfx-decoder meldt zichzelf automatisch aan, daar hoef je niets voor te doen. Andere locs moet je zelf in de MS 2 invoeren. Hoe, dat staat uitgelegd in de handleiding. Voor verreweg de meeste locs is het niet moeilijk. Als de MS 2 de loc eenmaal kent, kun je gerust de stroom uit en aan zetten, de MS 2 zal de loc onthouden.
Als je met activeren bedoelt dat je een digitale loc weer wilt laten rijden nadat hij op een stroomloos deel van de baan staat, wel, op het moment dat de stroom er af gaat, stopt de loc met wat hij doet, dat is niet anders dan met een analoge loc. Als hij rijdt, stopt hij, als er licht brandt of geluid is, gaat dat uit, enzovoorts. Zodra de stroom weer ingeschakeld wordt, hoef je verder niets te doen. De loc gaat gewoon verder waar hij voor het uitzetten mee bezig was. Als hij reed, gaat hij opnieuw rijden (niet abrupt, hij trekt netjes op, tenzij je dat vooraf in de decoder anders hebt ingesteld), als hij stil stond voordat de stroom er af ging, blijft hij stil staan. Wat - helaas - incidenteel wel eens gebeurt, is dat een locdecoder bij het aanzetten spontaan het licht of geluid aanzet. Dat zou niet moeten, maar het komt voor. Dan moet je het zelf weer uitzetten. Spontaan gaan rijden heb ik gelukkig nooit meegemaakt.
Wat wel anders is bij digitale locs dan bij analoge, is dat je in de MS 2 de snelheid van een loc kunt veranderen terwijl hij op een stroomloos deel van de baan staat. Zodra dat baandeel weer stroom krijgt, ziet de loc het digitale signaal voor die nieuwe snelheid en dan zal de lok met die snelheid gaan rijden. Als je hem in de MS 2 hebt stilgezet, blijft hij stilstaan. Met mijn CS 3 doe ik dit als ik zie dat er een ongeluk dreigt en ik op de noodstop druk. De hele baan is dan stroomloos en alle treinen stoppen dan meteen. Vervolgens zet ik de snelheid van de treinen die een ongeluk dreigden te krijgen op 0, daarna schakel ik de stroom weer in zodat de rest weer verder kan. Dan heb ik alle tijd om bijvoorbeeld een wissel om te zetten en het ongeluk te vermijden. Of, om een ander voorbeeld te geven, om een van de treinen achteruit te laten rijden zodat hij niet langer een belangrijke wissel blokkeert. Of om een ontspoorde trein weer netjes op de rails te zetten. Afijn, je begrijpt het wel.