De basis van een rivierbedding is van heel veel factoren afhankelijk. Gerelateerd aan de werkelijkheid zijn dat 1) de diepte van de rivier, hoe dieper hoe donkerder 2) de bedding (ondergrond) van de rivier oa zand, gesteente, modder of waterplanten 3) de watertoestand, helder of troebel 4) de oevers, bomen, struikgewas, gras of kaal gesteente. Gerelateerd aan het model heb je dan 1) hoe dik maak je de laag 'water' en de vorige punten 2) en 3).
In de regel kleur je het midden van een rivierbedding donker en naar de oevers toe lichter met de voorgaande regels in gedachten. Een wateroppervlakte, of dat nu een meer, vijver, rivier of kanaal is, zal altijd de omgeving weerspiegelen, de intensiteit van deze spiegeling is afhankelijk van de strakheid van het wateroppervlak. Een woeste wildwater rivier weerspiegelt veel minder dan een vlak meer. Wanneer er dan ook nog rotsblokken, grind en andere dingen (takken, boomstammen, wrakken) in het water moeten komen dien je de diepte daaraan aan te passen. Het staat namelijk een beetje vreemd om in helder water slechts één of twee mm diep te kunnen kijken.