In een doos met allerlei materiaal van een modelbaan vond ik 2 gondels voor een kabelbaan, waarschijnlijk Eheim. De gondels hebben verlichting, ik wilde wel eens weten hoe de stroom naar de gondels gebracht wordt. Ik heb een schema uit een oude Eheim catalogus gevonden, en daar zegt men dat het "Talstation" van spanning moet voorzien worden, dus ook voor de verlichting van de gondels, verder zie je ook dat de gondels aan 2 draden ophangen: een stevige trekdraad en een soepele elektrische verbinding. Wordt de trekdraad als massa gebruikt?

Volgens mij klopt jouw interpretatie.

Om te beginnen lees ik dat deze kabelbaan een wisselstroommotor in het bergstation heeft en er is sprake van een gele en een bruine draad. Hoe hoog die wisselspanning moet zijn, staat er niet. Als je nog een oude regelbare wisselstroomtrafo hebt, kun je de spanning langzaam opvoeren om het te proberen.

Vervolgens lees ik "Die Beleuchtung der Gondeln erfolgt über die Zugseile und die Talstation, dessen gelbes Kabel direkt an die Lichtbuchse des Transformators angeschlossen wird."

Aha, het dalstation heeft een gele draad, voor de verlichting, maar anders dan de gele draad voor de motor is het de bedoeling om deze op de niet regelbare uitgang van de trafo aan te sluiten. Blijkbaar zijn er twee gele draden. En door de formulering en door de draadkleuren krijg ik het sterke vermoeden deze kabelbaan kan werken op een ouderwetse regelbare Märklin trafo.

"Zugseile" is meervoud. In de tekening zie ik respectievelijk "Zugseil" en "Tragseil", oftewel een draagkabel en een trekkabel en ik ben het eens met jouw interpretatie dat die allebei voor de verlichting gebruikt worden.

Ik heb alleen de 2 gondels, dus als ik hier iets wil mee doen dan zal ik zelf moeten knutselen. Daarom juist de vraag: hoe verloopt de toevoer naar de gondels?

Is je gondel compleet met loopwieltjes en ophanging?
Aan de ophanging zie ik 2 schroeven voor de trekkabel. Die zou verbonden moeten worden met de gele draad.
De zg draagkabel vormt de massa. Drollen in de ophanging maken contact met de kabel. Hieruit kan je concluderen dat het ophangframe als het ware de andere pool moet vormen. (Bruin)

Mvg
Marcel

    
Een van de oudste catalogi uit m'n jeugd is die van Eheim (1966).
In 1963 werd de modelbouwpoot van Eheim overgenomen door Brawa, met name de kabelbanen en de trolleybussen. Eheim ging door in aquariumtechniek, en doet dat nog steeds.
 
Veel van de oude Eheim catalogi vind je terug bij conrad's antiquario, maar nou net deze niet.
Mijn Eheim catalogus is ook niet te vinden als Brawa catalogus

Natuurlijk weet de modelleisenbahnfan ons te vertellen dat Eheim vroeger (beginjaren '60) ook nog speelgoed vliegtuigen verkocht.
En dat het patent voor de trolleybus in 1950 lag bij EWF Trolley Bus – Europa Trolley-Bus, Patent Herr Ing. E.W. Fischer München (Fa. Europa Technische Spielwaren, Lenkung-Patent, Büssing Prototyp).
En dat de eerste kabelbanen in de Duitstalige Miba stonden, en later werden uitgewerkt (en verbeterd) door Eheim.

Daarbij vermeldt Wolfgang Renschler de link naar een oude handleiding van de Nebelhornbahn.

In principe geldt die ene handleiding voor alle types kabelbanen die door Eheim en door Brawa op de markt zijn gezet.
Alle kabelbanen werken met een wisselstroommotor die niet op gelijkstroom kan draaien,
en met twee kabels (draden) die ook de (wissel)stroom voor de cabineverlichting verzorgen.

Er is dus geen plus en min draad (zoals bij DC),
maar wel een prik en massa draad (welke draad aangesloten zit op massa, wordt in het midden gelaten, want AC).

Dit in tegenstelling tot de concurrent van Brawa (sinds 2013):

JC oftewel de Jägerdorfer Collection.
Op pagina 37, 38 en 39 van de schaal h0 JC-catalogus staan de kabelbaan-opties: de stations kunnen verlicht worden, maar de cabines niet.

Bij Eheim en Brawa zijn er altijd 2 kabels: de drager (het "tragseil") en de trekker (het "zugseil").
Bij JC kabelbanen is er maar 1 kabel (het "zugseil"), en ook bij JC is er een AC-motor die het geheel rond trekt.
Eheim en Brawa leveren kabelbanen in schaal N en schaal h0. JC levert kabelbanen in schaal I en h0.
 
Afijn, uit mijn catalogus (van 1966) komt deze pagina: de Eheim Seilbahn.

De gondels hebben wel degelijk een ophanging met 2 schroeven, dus de 2 polen, geel en bruin.
er zijn dus 2 draden, een draagkabel (massa) en een stroomkabel (geel), maar als die draad gevoed wordt via een aandrijfwiel in het basisstation, dan is die niet geïsoleerd, dus kortsluiting tussen de draden want die hangen kort bij elkaar...

Ik denk dat jullie de voeding van de gondels niet goed begrijpen. Het zijn niet de draagkabel en trekkabel die beiden als voeding dienen. De draagkabel is ten andere al een nylondraad, dat wordt moeilijk als voedingskabel 😉 't Zijn de trekkabels die als voeding dienen. Langs de ene kant van de gondels vertrekt een trekkabel die naar een eindstation loopt waar hij contact maakt met de bruine aansluitdraad en langs de andere kant van de gondels vertrekt een trekkabel naar het andere eindstaion waar de trekdraad in verbinding staat met de gele aansluitdraad. Poepsimpel zoals altijd bij speelgoed 😉
De handleiding staat ten andere nog altijd online bij Brawa.

Dat is logisch: in de handleiding staat dat alleen het basisstation voor de voeding zorgt, niet dus...
Alvast iedereen bedankt voor het meedenken,

Citaat van: Patdv op zondag 08 januari 2023, 20:23:31't Zijn de trekkabels die als voeding dienen.

Hmmm. Klinkt erg logisch, ja.
Ook de enige manier waarop JC met alleen een trekkabel het ook kan fixen.