Die kleine stukjes in het plan van Belletje zijn niet nodig. Voor de 188 die schuin ligt zul je in het rechte stuk een 172 moeten opnemen, net als voor de 224. Hij doet het precies andersom door na de 224 een 188 in te leggen waardoor je ook weer gelijk komt met een 360 (een 360 is niks anders dan een af fabriek aan elkaar gebouwde en met doorlopende railstaven uitgevoerd koppeltje 172 en 188).
Wellicht is het handig voor je:
188 = Railstuk van 188,3 mm
172 = Railstuk van 171,7 mm
360 = Railstuk van 360 mm
094 = Railstuk van 94,2 lang, halve 188.
077 = Railstuk van 77,5 mm.
071 en 064 gebruik je in principe niet in de korte geometrie.
224 = Gebogen railstuk R2 met 24 graden radius (die eerste 2 slaat op de straal, het 2e en 3e cijfer op de hoek)
130 = Gebogen railstuk R1 met 30 graden radius
230 = Gebogen railstuk R2 met 30 graden radius
206 = Gebogen railstuk R2 met 06 graden radius, laat zich gebruiken om een wissel of 224 weer tot een volle 30 gradenboog te bouwen. Lijkt erg op de 207!
207 = Gebogen railstuk R2 met 7,5 graden radius
De normale wissels zijn altijd lang 188mm en hebben een 224 afbuiging erop zitten. Anders gezegd, je kan ieder niet boogwissel vervangen door een 188 en/of een 224. Daarmee haal je een aantal rijmogelijkheden weg, maar het kan. Dat geldt ook voor het driewegwissel en de engelse wissel.
De boogwissels 671/672 Zijn R1 wissels. De 2 R1 stukken zijn onderling versprongen met 1x 77,5mm. Als je daarbuiten een parallelboog R2 wilt leggen, zul je ook die 077 in moeten bouwen.
Paar trucjes:
De hart op hart afstand is 77,5 mm bij de normale korte wissels. Als jij dus een spoor verder wilt aantakken, bouw je door met een extra 077. Bogen R1, R2 en R3 liggen ook op 77,5 mm van elkaar.
Met 2x 094 kan je een 188 vervangen. Handig bij ontkoppelrails en melderrails, die zijn altijd 94mm lang.
Met een 094 en een 077 vervang je een 172. Wederom, handig bij ontkoppelrails en melderrails.
Zoals gezegd, een 360 is niks anders dan een 188 en een 172 af fabriek permanent verbonden (laten zich niet delen). Ik gebruik ze veel voor snel meters maken, met een doosje van 10 stuks heb je 3,6 meter rails weggelegd.
Als je met wisselstraten begint die ook weer aan elkaar moeten liggen, zorg ervoor dat je parallel blijft. Eerst de raileindes op gelijke hoogte gaan leggen, dan weer gaan verlengen. Dat voorkomt een hoop kopzorgen.
In het begin lijkt de geometrie niet echt logisch. Later ga je zien dat er goed over is nagedacht. Zo zitten er richting slanke geometrie een aantal foefjes die erg handig zijn. M Rail en K Rail rijders hebben de neiging te denken uit korte stukjes. Die zijn er dus niet bij C rail. De truc is te blijven denken in 360mm rasters (bij de korte geometrie). Kom je ergens wat te kort, dan moet je ergens anders dus een langere rail inbouwen. Met de tijd zal je vanzelf gaan zien wat je nodig hebt. Als ik nu opbouw op bijvoorbeeld onze stamtafel, zit ik wat te puzzelen zonder railplanner en kom ik eigenlijk altijd goed uit. Ik bouw al dusdanig lang op, dat ik aan het railstuk en de afstand ertussen zie waar ik fout ga (nouja, meestal dan).