Dwergseinen worden geplaatst waar geen ruimte is voor een regulier sein. Dat is inderdaad vaak op stations of emplacementen. De maximale snelheid van voorbijrijden bedraagt 40 km/h. Op baanvakken is per definitie plaats voor reguliere seinen. Daar is de baanvaksnelheid, in combinatie met de verhouding van de wissel(straat) bepalend voor het seinbeeld:
De basis van seinstelsel 1955 bestaat uit hoofd- en voorseinen die een kleur tonen met de volgende betekenis:
groen: rijden
geel: remmen
rood: stoppenDeze basis is uitgebreid met onder meer snelheidsindicators, knipperende seinbeelden, wit licht met verschillende betekenissen en seinen voor zware goederentreinen. De meest voorkomende hiervan zijn:
knipperend groen met cijfer: rijden toegestaan met de door het getal aangegeven snelheid
knipperend groen: rijden toegestaan met een snelheid van 40 km/h
groen in een dwergsein: rijden toegestaan met een snelheid van 40 km/h
geel met cijfer: snelheid verminderen tot de door het getal aangegeven snelheid
knipperend geel: rijden op zicht, houdt rekening met mogelijk bezet spoor