Even voor alle duidelijkheid: kortsluiting treedt op zodra het sein op rood gaat, en de module dus de remsectie beheert. Nu heb je getest met de module uit (sein=groen), en je gaat nog testen module aan (sein=rood).
Ik begrijp uit het voorgaande: kortsluiting treedt (puur en direct) op als het sein op rood gaat (ook als er nog geen trein rijdt in een van de 3 secties: inrij-sectie, afrem-sectie, stop-sectie).
Kappa stelde eerder:
als module is uit (sein=groen) én kortsluiting => relais=defect
als module is aan (sein=rood) én kortsluiting => elco=defect
En Hero vulde aan: beide kan ook veroorzaakt zijn door defecte diodes.
Het stummiforum vult nog iets aan: als de isolatie tussen de secties niet klopt => relais gaat klapperen.
Dat betekent dat ik eerder fout zat: alleen een monostabiel relais kan klapperen, een bistabiel relais nooit.
De handleiding van de Viessmann 5232 vult aan dat het om een
digitale module gaat die de digitale stroom (wisselstroom) in de afremsectie bij rood sein vervangt door (afnemende spanning van) gelijkstroom, en, alleen locdecoders die dit gedrag ondersteunen remmen een loc af, andere locdecoders geven geen afremopdracht (maar worden qua rijspanning wel afgeknepen, een analoge manier van remmen dus eigenlijk).
Uit latere handleidingen van (andere modules van) Viessmann blijkt dat je bij een CS2 en CS3 een extra 1,5 K weerstand ergens moet bij plaatsen om de afremmodule toch te laten werken (anders geen kortsluiting, maar wel negering).
Daarmee wordt duidelijk wat een deel van de print doet: aftasten of er een stroomafnemer op zit van minimaal 3 mA of een andere stroomverbruiker (licht in de wagon, lampen op de stuurstand, of een 4,7 K weerstand).
En zo ja (bij rood sein) vervanging van digitale stroom door gelijkstroom.
Dat verklaart het iets complexere schema van de 5232 t.o.v. de afremmodule van Huub Maaskant (
https://www.floodland.nl/aim/). Aannames gebaseerd op Huub's module gaan niet 1 op 1 op voor de 5232.