Bij deze. In het eerste plaatje heb ik een klein deel van jouw ontwerp getekend, waarbij de uitdaging is om de open eindjes aan elkaar te knopen. En hoewel de rest van de sporen er niet in staan, is het natuurlijk een randvoorwaarde dat de verbinding daar niet te dicht bij komt. Corrigeer me maar als ik dit verkeerd heb begrepen.
Met aan beide kanten een 224 gaat het inderdaad niet lukken, maar dat had je zelf al door. Het tweede plaatje toont een aantal alternatieven die wél passen.
Hoewel je daarmee jouw ontwerp af kunt maken, kun je de baan maar beter niet zo bouwen. Er is veel over het ontwerp te zeggen, maar ik beperk me tot het belangrijkste: de sporen liggen op een aantal plaatsen te dicht bij elkaar. Het derde plaatje toont een deel van de baan, met de gevarenzones rood omcirkeld.
Ik teken met een railbedding van 40 mm. Dat is de maat van C-rails inclusief bedding; de treinen zijn iets smaller, maar niet veel. Bij rechte trajecten waarbij de rails strak naast elkaar ligt, gaat het in de praktijk meestal nog wel goed, al raad ik het niet aan. In bochten gaat echter het fout: het midden van een wagon hangt over naar de binnenkant, kop en staart steken juist uit naar buiten. Hoe scherper de bocht, hoe groter beide effecten. Zodoende krijg je botstingen tussen treinen die elkaar passeren in bochten die te dicht naast elkaar liggen. Voor heel korte wagons valt het op een deel van de gemarkeerde plaatsen nog wel mee, daar gaat het alleen mis met wat langere rijtuigen. Maar zeker rechtsboven gaat het zelfs met korte wagons al fout, en ook met veel locs.
Veel van de voorbeelden van Märklin over de geometrie van C-rail gaan uit van een parallelafstand van 77,5 mm, zowel in bochten als bij rechte trajecten. Bij bochten 24330, 24430 en 24530 is het effect al duidelijk kleiner, daarom legt Märklin die vaak op 64,3 mm. Die afstanden zijn ruim voldoende. Op bepaalde plaatsen zijn kleinere afstanden ook best veilig, maar ik kan niet simpel uitleggen hoe je dat van tevoren kunt bepalen. Gelukkig kun je het ook gewoon uitproberen door wat rails neer te leggen: neem twee van je langste rijtuigen, zet er eentje in de binnenbocht en controleer of de ander er in de buitenbocht veilig langs kan.