Bij oude baanontwerpen, inclusief een aantal van Märklin zelf, waren stijgingen tot 5% niet ongebruikelijk. Tegenwoordig raadt Märklin zelf aan om de stijgingen niet groter te laten zijn dan 3%:
Technik-Tipp 412. Bij bochten liefst nog iets minder, bij zeer korte treinen mag het ook iets meer zijn. Gegeven die aanbevelingen is 4,4% veel, maar omdat je alleen korte treinen wilt laten rijden, zou het misschien nog wel gaan.
Desalniettemin is het is veiliger als je het minder steil maakt. Zelfs als je al een aantal treinen hebt en ze kunnen het allemaal aan, weet je maar nooit of je in de toekomst nog eens een mooi model koopt en er vervolgens achter komt dat de loc onvoldoende trekkracht heeft. Een V 200 heeft doorgaans veel meer trekkracht dan een Köf, om maar eens wat te noemen.
Bij hellingen spelen twee aspekten: ten eerste moeten de locs voldoende trekkracht hebben om een aantal wagons naar boven te kunnen slepen, ten tweede moet er bij het dalen geen probleem ontstaan bij de buffers. Bij het dalen komen de rijtuigen namlijk iets dichter bij elkaar dan normaal, en in combinatie met een scherpe bocht kan het zijn dat de buffers in elkaar haken, met een ontsporing tot gevolg. In jouw ontwerp zitten niet alleen sterke stijgingen, maar ook nog eens in combinatie bochten 24130, de krapste bochten in C-rail.
Zoals anderen al schreven, geven tegengestelde bochten een verhoogd ontsporingsrisico. Dat geldt vooral voor scherpe bochten zoals de 24130, anders valt het wel mee. On jouw ontwerp liggen tegengestelde bochten 24130 echter ook nog eens in een traject met een fors stijgingspercentage. Dat is vragen om problemen.
Iets heel anders is de bereikbaarheid van de sporen. Het zou prettig werken als je op z'n minst een groot deel van de baan zonder veel moeite bereikbaar zou zijn, maar dat zal hier niet lukken. Je geeft aan dat de kamer 2 x 2,9 m is. Als ik het goed zie, is de baan zelf 1,6 x 2,5 m. Ik denk dan aan een stevige constructie op wielen zodat je de complete baan kunt verplaatsen. Door er onderdoor te kruipen, heb je toegang van alle kanten. 40 cm is vrij krap, maar als je dun en flexibel bent, is het nog wel te doen.
Ik ben eens aan het tekenen gegaan, met het onderstaande resultaat. Zo heb je iets om over na te denken. De stijgingen zullen nog steeds iets groter moeten zijn dan 3%, maar lang geen 4%. Nergens tegengestelde bochten, en dat terwijl het al in een kamer van 1,75 x 2,7 m past. Als je wilt, mag het dus zelfs nog iets groter.
Dankzij de diepe inham aan de rechterkant is een groot deel van de sporen goed bereikbaar zonder dat de tafel verrijdbaar hoeft te zijn. Het mangat aan de linkerkant zorgt voor de rest. Van onderen open, met een deksel met afneembare scenery er op. Alleen rechtsvoor, naast de brug, liggen nog een paar bochten 24430 relatief ver van de rand van de baan. Eventueel kun je nog een tweede mangat maken, anders moet je zorgen dat de baan stevig genoeg is om op te kunnen steunen. De inham is essentiëel, de overige ronde vormen kun je naar eigen inzicht anders maken, of recht laten.