Om één of meer rijtuigen met verlichting achter verschillende locomotieven te kunnen gebruiken, is het veel praktischer als de locomotieven een gewone koppeling hebben, geen stroomvoerende. In dat geval moet (minstens) één van de rijtuigen een sleper hebben. Bij een lange trein kan een extra sleper nuttig zijn om een meer betrouwbare stroomvoorziening te hebben. Voor een korte kan het geen kwaad, maar is het niet echt nodig. Slepers geven wat extra weerstand bij het rijden. Voor korte treinen geeft dat niet, voor lange is het daarom af te raden om slepers onder elk rijtuig te zetten. Slepers onder alle rijtuigen bieden ook enkele voordelen: je kunt de rijtuigen in elke willekeurige volgorde gebruiken en bovendien naar hartelust combineren met rijtuigen zónder verlichting. Persoonlijk vind ik die voordelen niet zo belangrijk. De grens tussen kort en lang kan ik niet precies aangeven, maar op mijn baan rijden treinen met tot 4 verlichte rijtuigen met één sleper, treinen met 7 of 8 verlichte rijtuigen met twee. Treinen met 5 of 6 verlichte rijtuigen rijden er niet, dus over het aantal slepers heb ik nog niet hoeven nadenken.
Om één los rijtuig te verlichten heb je één sleper nodig. Om twee rijtuigen te verlichten kun je onder één ervan een sleper zetten, en aan één kant een stroomvoerende koppeling. Onder het andere rijtuig zet je geen sleper, maar eveneens aan één kant een stroomvoerende koppeling. Via beide stroomvoerende koppelingen geeft het rijtuig met sleper nu de stroom door aan het andere. Wil je meer dan twee rijtuigen, dan moeten de extra rijtuigen stroomvoerende koppelingen aan beide kanten hebben, dan kunnen ze tussen de eerste twee. Ongeacht hoe lang het verband wordt, aan het begin en eind zitten dus altijd gewone koppelingen, verder overal stroomvoerende. Als alternatief kun je ook een rijtuig met sleper voorzien van twee stroomvoerende koppelingen. Dat rijtuig komt dan niet aan het eind, maar aan beide uiteinden van het verband komt dan een rijtuig met één stroomvoerende koppeling en een gewone. Omdat de helft van de rijtuigen met één stroomvoerende en één gewone koppeling aan het eind zal zitten, zijn dat goede kandidaten om er sluitlichten in te zetten.
Zowel de sets met sleper (73404, 73405 en 73406 - welke er onder jouw dubbeldekkers past weet ik niet, maar in de product database staat dat er misschien wel bij) als set 72021 met stroomvoerende koppelingen hebben één massaveer en daarmee klopt het precies. Voor een tweetal rijtuigen heb je immers één set met sleper en één set stroomvoerende koppelingen nodig, en daarmee heb je voor elk rijtuig een massaveer. Voor elk extra rijtuig komt daar een extra set stroomvoerende koppelingen plus massaveer bij.
Mocht je er toch voor kiezen om rijtuigen te verlichten vanuit de locomotief, ja, dan moet de loc een stroomvoerende koppeling hebben en dan neemt de loc de plaats in van het rijtuig met sleper en één stroomvoerende koppeling. Er bestaan enkele Märklin locs die standaard al een stroomvoerende koppeling hebben. Alle andere locs zijn niet voorbereid op het plaatsen van een stroomvoerende koppeling. Hoe je precies een stroomvoerende koppeling aansluit, hetzij op de decoder van de loc dan wel met rechtstreeks op de sleper, moet je voor elke loc zelf uitzoeken. Ik weet wel dat in set 72021 veel meer zit dan wat je daarvoor nodig hebt. Vooropgesteld dat er een stroomvoerende koppeling past in de schacht van de loc, volstaat één losse stroomvoerende koppeling. Ersatzteil E290764 bestaat uit twee stuks en met een adviesprijs van € 6,- is dat veel goedkoper dan set 72021.