Jouw uitleg over de bereikbaarheid is me niet helemaal duidelijk. Het laat open of je er op andere plaatsen absoluut met geen mogelijkheid bij kunt komen of dat het, met wat moeite zonodig nog wel gaat. Bij het ontwerpen van een baan maakt dat nogal veel uit. Waar je absoluut niet bij kunt komen, moet je maatregelen bedenken om dat te veranderen of anders moet je er geen rails leggen.
De keuze voor de plaats voor de aftakking naar beneden is niet zonder gevolgen. In het vorige plan begon ik linksachter omdat er dan een lang spoor naast de bestaande baan kan dalen voordat het er onderdoor moet gaan. Als je de aftakking rechts legt en dan eerst naar voren zou gaan, heb je daar veel minder ruimte voor, dan moet het spoor behoorlijk snel dalen om laag genoeg te komen om onder de bestaande baan door te gaan. Da's niet zo gemakkelijk te ontwerpen.
Wat wél prima mogelijk is, is een aftakking rechtsachter en dan eerst naar links, langs de achterkant. Dan kun je een hele tijd langs de bestaande sporen dalen voordat je er uiteindelijk onderdoor gaat. Dan is een daling met minder dan 3% al voldoende. Hieronder vind je een mogelijke uitwerking, met dit idee is er nog véél meer mogelijk. Ik heb er een schaduwstation aan geknoopt met 10 opstelsporen. Daarvan zijn er 2 alleen bruikbaar voor korte treinen, tot zo'n 80 cm, maar er zijn er ook 4 geschikt voor treinen van meer dan 2 meter. Op de overigen passen treinen van 1,5 tot 2 meter.
Om bij een ontsporing in het schaduwstation bij de treinen te kunnen komen, moet je zorgen dat je overal goed toegang toe hebt. Om te beginnen moet je daarvoor bij het ontwerp al weten waar je aan de zijkant overal bij de baan kunt komen, al dan niet met enige moeite. Sommigen zetten hun baan op wielen, dan kan een onbereikbare rand van de baan alsnog bereikbaar worden. Ten tweede moet je zorgen dat er boven de sporen voldoende vrije ruimte is, zodat je armen boven de sporen passen. Met veel opstelsporen naast elkaar, ver van de rand van de baan, heb je daarvoor meer ruimte boven de sporen nodig dan bij twee of drie opstelsporen vlak langs de rand. Als alle sporen vanaf de rand te bereiken zijn, zonodig met enige moeite, kun je het daarbij laten. Met veel opstelsporen naast elkaar kan dat overigens wel betekenen dat je eerst de treinen op de sporen dicht bij de rand van de baan moet halen voordat je bij de overige sporen kunt komen.
Een derde maatregel die je kunt nemen, is zorgen dat je toegang van onderen hebt. Dat kan door een open constructie te maken in plaats van een dichte plaat waarop het schaduwstation ligt. Het kan ook door één of meer mangaten waardoor je er van onderen bij kunt komen. Waarbij het dan wel zo prettig is als er voldoende ruimte is om je hoofd ver genoeg naar boven te steken zodat je kunt zien wat er mis is. Uiteraard moet je dan tegelijkertijd ook nog gemakkelijk met je handen bij de sporen kunnen komen. Met andere woorden, hoe groter zo'n mangat, hoe beter.