Ik heb dit baanplan ontleend aan Das Gleisplanbuch van Märkin dus ging ik er vanuit dat de sporen ver genoeg uit elkaar zouden liggen.
"Das Gleisplanbuch" heb ik niet, maar het lijkt me sterk dat Märklin een 24130 en een 24230 op slechts 59 mm van elkaar legt. De bovenbaan sluit ook niet goed aan op het schaduwstation. Heb je misschien een iets andere bovenbaan in WinTrack gemaakt dan wat er in het boek staat? Of heb ik het verkeerd overgenomen van jouw plaatje?
Ik probeer steeds wel de geometrie van de C rails te volgen dus een hartafstand 77,5 mm.
Die 77,5 mm is bijna(*) altijd veilig, maar vaak mag de rails gerust dichter bij elkaar liggen. Hoe ruimer een bocht, des te minder vrije ruimte er naast het spoor hoeft te zijn. De 70 mm in
het bovenstaande ontwerp is tussen een krappe bocht 24130 en een ruimere 24330, daarbij blijft er nog genoeg speling over. Door gebruik te maken van variatie in de parallelafstanden kun je leuke dingen ontwerpen. In jouw plan was dat ook al zo: de parallelafstanden tussen de buitenste stationssporen is 67,1 mm. Dat is geen enkel probleem, rechte sporen mogen nog véél dichter bij elkaar liggen.
Wat moet ik allemaal aanschaffen als ik met een CS3+ en iTrain wil gaan werken. Ik bedoel aan booster, voeding etc.
Als het alleen nog gaat om de keuze tussen een CS 3 of een CS 3+ raad ik je een CS 3 met een Link s 88 (60883) aan. Daar heb je genoeg aan, het is goedkoper dan een CS 3+ en bovendien is de Link s 88 alvast je eerste terugmeldmodule, daardoor heb je één s 88 minder nodig dan bij een CS 3+. Een CS 3/3+ heeft een voeding nodig, Märklin adviseert een netvoeding 60061 of 60041. De Link s 88 heeft eveneens een voeding nodig, bijvoorbeeld een 66360, 66361 of 66201. Als je een niet al te oude Märklin startset hebt, heb je waarschijnlijk wel één van deze voedingen.
Een booster zul je niet nodig hebben. Een CS 3 (of 3+) kan 3 A stroom leveren met voeding 60061 of 60041, daarmee kun je al meer treinen tegelijk laten rijden dan er op deze baan passen zonder dat er ongelukken van komen.
(*) Bijna, want bepaalde wagons hebben bijzonder veel vrije ruimte naast de bochten nodig. De "Tragschnabelwagen" bijvoorbeeld. In grootspoor is dat ook zo, daar mag zo'n wagen ook niet zomaar overal rijden.