Citaat van: antonv op zaterdag 25 december 2021, 13:04:04
Een wissel dat niet perfect vlak ligt verhoogt al de kans op ontsporingen, een wissel in een helling nog meer en een wissel in een klimspiraal kun je maar beter helemaal vermijden
Ik probeer me de situaties voor te stellen waarin sprake is van wat je hier noemt.
In een spiraal ligt rails altijd op een houten tracee (de "plank").
Dat hele stuk hout staat onder een bepaalde hellingshoek, en alles wat erop ligt (ook wissels) dus ook.
Er is geen kans op ontsporing door ongelijke ligging.
Aardig in dat verband was een test met wagons zonder loc, op k-rails (slanke wissels) en peco slanke wissels.
Ik wilde weten wanneer en waar ze zouden ontsporen. Ze ontspoorden niet, ook niet met wissels in afslaande stand, op de 3%'s helling, ook niet onderaan de helling van de spiraal.
Met Piko-A wissels heb ik het niet geprobeerd; het gaat om de onderbouw, niet om het wisselmerk.
Wanneer kan wél sprake zijn van een situatie waarin een wissel niet vlak ligt
of de situatie waarin de sporen die op een wissel aansluiten niet vlak liggen?
Als er een overgang is van twee stukken hellingtracee met verschillende hellingshoeken,
of als de "plank" waarop alle rails ligt, is krom getrokken.
Dat zijn 2 situaties die je allebei kunt vermijden bij de aanleg van de onderbouw.
En daarvoor waarschuwen lijkt me terecht.
Ik denk dat er gevoelsmatig 2 dingen door elkaar lopen:
1. de "plank" (de bedding, de onderbouw) heeft een bepaalde hellingshoek
en
2. het binnenspoor heeft een ander hellingspercentage dan het buitenspoor
(omdat de raillengte van dat binnenspoor per omwenteling korter is dan de lengte van het buitenspoor)
Volgens mijn vriendin loopt er nog een 3e ding doorheen:
3. verkanting in de boog geeft het gevoel van een andere hellingshoek.
Ik stel dat alleen punt 1 ertoe doet: de onderbouw (rondom wissel en sporen naar en van dat wissel).
Als je ervoor zorgt dat de onderbouw (onder de wisselstraat) één geheel vormt, dan maakt het niet uit of de hellingshoek van die onderbouw 3 % is of 0%.
Bepalend voor een wijziging van de hellingshoek van de onderbouw is de lengte van het langste voertuig (wagon of loc). Die lengte bepaalt de storingsvrije wijziging van hellingshoek (in graden en in rails lengte), en is op basis van een tangensvergelijking vrij simpel te berekenen.