Kort is goed, kort is krachtig.
De 2160 is nog uit de holle reeks, met de vaste wisselspoelen.
Mocht je denken: was het maar een 2260, met afneembare aandrijvingen,
Nee, zo mag je niet denken. Wel levert dit Duitse draadje uiteindelijk iets op, na een hoop gemopper, namelijk datgene waar we nu nog steeds tegen aan lopen: De Märklin wissel (-truc) maffia.
Duidelijk, Olav heeft een verstandige keus gemaakt:
De decoder stuurt het relais, het relais stuurt de wisselspoel aan.
Dat gaat altijd goed. Als je een relais een wisselspoel laat aansturen, dan is dat altijd kort en krachtig,
vooral als je dat relais binnen een CDU plaatst (CDU voorkomt dat de puls te lang duurt: knak-klaar, dan unit-herladen).
Dat is ouderwetse analoge techniek (die in menig digitaal apparaat nog wel ergens in een verborgen hoekje zit).
En dan zegt Olav "wel de goede relais kiezen", en dan wordt onduidelijk wat hij bedoelt, voor mij althans.
Monostabiele relais? Gelijkstroom relais aansluiten op L-trafobus, gelijkrichtertje ertussen,
of op een aparte DC-stekkertrafo ? En zo ja het een en ander, welke monostabiele relais dan, van welk voltage?
En dan heeft Olav het over 16 vAC ( analoog aangestuurde wissels?) en 24 vAC (analoge omschakelpuls voor locs?)
Aansturing van de wisselspoelen via het relais? Gezien de korte duur van de puls maakt dat niet uit,
volgens hem, dus toch de spoel, met iets meer spanning dan voorgeschreven.
Analoog schakel ik mijn wisselspoelen met 12 vDC (uit een stekkertrafo), ook kort,
ook via een relais (het relais zelf schakelt ook op 12 vDC), ook nooit een probleem.
Je mag je afvragen (ook bij compacte tekst): wat schakelt er nou op 12, 16 of 24 volt: het relais of de spoel of allebei?
Er staat soms niet wat er staat.