Dat zijn rangeer-/ afsluit seinbeelden. Het lijkt mij dat die op een hoofdspoor als zodanig niet worden toegepast.
Bij mij zijn het blokken die achter elkaar liggen en beveiligd moeten worden.
Voor de duidelijkheid heb ik het sporendeel wat beter uitgevoerd en de blokken A, B en C genoemd.
Als er een trein van A naar B of C moet rijden, en een van die blokken in richting B of C daarachter is bezet dan moet deze stoppen voor het bloksein 76493.
Andersom moeten treinen die van B of C naar A gaan stoppen voor het wissel als blok A nog bezet is in de rijrichting van rechts naar links.
Verder moet natuurlijk een trein die van C naar A wil, stoppen als er al een trein van B naar A gaat en andersom.
De seinen 47497 zijn allebei voorzien van een voorsein, omdat het volgende bloksein (in de rijrichting van B/C naar A) zich in een tunnel bevindt.
In de richting van A naar B/C heb ik 2 voorseinen geplaatst pal voor de tunnelingang, waarbij die van B een extra licht heeft ivm. de korte afstand tot het hoofdsein.
Ik heb voor inrijseinen gekozen omdat deze ( anders dan een standaard bloksein) ook de stand Hp2 (langzaam rijden) kan weergeven, ivm. het wissel.
Tot zover mijn idee over de seinen.
Wellicht geeft dat, als enkelspoor met splitsing, een andere kijk op het geheel.
Ik hoor graag van jullie of mijn redenatie klopt.