Zo te zien is 24230 je krapste radius in het schaduwstation, en in de helix.
Dat lijkt me terecht omdat er locs en treinstellen bestaan die niet met vreugde door een 24130 zijn te persen.
Je schaduwstation doet me vaag denken aan dat van
Kaleb, maar met een paar essentiële verschillen. Bij de achterste harp zijn met zorg alle opstelsporen even lang gepland, maar bij de voorste harp niet: het voorste spoor is langer dan het achterste spoor (van de voorste harp). Daar zul je wel een reden voor hebben gehad. Maar ik kan niet raden welke.
Bij beide harpen zou je met meegebogen wissels twee sporen extra lang kunnen maken. Het is maar net wat je wilt.
Ik kan me voorstellen dat je daarvan afziet omdat de radius bij C-boogwissels 20671 en 20672 R1 is, terwijl een slanke meegebogen wissel een radius heeft van 515 mm, wat in deze omstandigheid weer net teveel is.
Zelf rijd ik op k-rails, boogwissels 2268 en 2269 hebben ook R1 als binnenmaat, en ik heb ze vervangen door Piko-A boogwissels (R2-R3 en R3-R4), omdat ik R1 onaanvaardbaar vindt; Piko-A R2=421.88, R3=483.75 en R4=545.63 mm.
Een 3-rail nadeel zit er wel aan Piko-A gebruik: de sleper schuift in de binnenboog over het tongscharnier (dus tong en scharnier moeten mee gepolariseerd worden). Bij C-rails bestaat geen merkvreemd alternatief (op
weichen-walter.de na).
Helix:
als je in principe rechts rijdt (NS, DB e.d.) dan draait de spiraal tegen de klok in naar boven.
als je in principe links rijdt (SBB, BLS e.d.) dan draait de spiraal met de klok mee naar boven.
Als de helling van de spiraal in de binnenboog minder is dan 3% kun je ook via het binnenspoor stijgen,
en dan maakt de wikkelrichting in principe niet uit tenzij je met zeer lange treinen wilt rijden.
In het draadje
meersporige spiraal vind je een aantal links naar sites (webzijdes volgens puristen) waar je berekeningsmodellen vindt voor helix-bouw.
Programmeerspoor: tafelrand laten volgen (om het hoekij trekken), dan kun je er overal bij.
Succes!