De uitdaging om iets te bedenken bij jouw wensen kon ik niet langer negeren. Het resultaat is een ontwerp met een station met 4 doorgaande sporen, groot genoeg voor voor treinen met 4 à 5 personenwagens, plus nog twee opstelspoortjes voor respectievelijk een korte trein (maximaal zo'n 80 cm) en een losse loc of treinstel (maximaal zo'n 30 à 35 cm). De afstanden tussen de sporen zijn groot genoeg voor een paar ruim bemeten perrons. Verder is er een dubbelspoors paradebaan en een industriegebiedje, en tenslotte nog een schaduwstation.
Je hebt wel iets gezegd over de bochten 530 en 430, maar niets over krappe bochten. Ik heb er doelbewust zo min mogelijk gebruikt: slechts één 24130, één 24115 en één wisselpaar 24671/24672, dat is alles. Gezien de beperkte omvang van jouw baan, vind ik jouw wensen lastig te realiseren zonder deze R1-bochten. Toch betekent slechts één zo'n krappe bocht al dat het ontwerp ongeschikt is voor locs die minimaal R2-bochten nodig hebben. Daarvan zijn er gelukkig maar weinig, maar die moet je dus vermijden.
Rechts van het station start een dubbelspoors paradebaan, dalend met net geen 3%. Veel steiler is niet aan te raden want dan komen wat langere treinen waarvan de locomotief niet al te sterk is de helling niet op. Op een gegeven moment verdwijnen de paradesporen in een tunnel en meteen wordt het enkelspoors - om door te kunnen gaan met dubbelspoor is 105 cm eigenlijk net iets te smal, tenzij je voor de binnenbocht een paar rails 24130 gebruikt, wat extra onwenselijk is bij een spoor op een helling van bijna 3%. Bij dit ontwerp lijkt me een stukje enkelspoor in de tunnel geen grote beperking. Doordat het niet zichtbaar is, ontstaat de illusie dat het dubbelspoor gewoon doorloopt in de tunnel. En het enkelspoors traject is nu ook weer niet zo lang dat er vaak treinen op elkaar zullen moeten wachten.
Een stuk dieper in de tunnel is het spoor ver genoeg gedaald (nog steeds met bijna 3%) tegen de tijd dat het bij het schaduwstation uitkomt, ±20 cm onder het zichtbare station. Ik heb er drie sporen neergelegd, maar je kunt ook best met twee beginnen, of, om te testen, zelfs met alleen een keerlus. De driewegwissel in het schaduwstation kun je eventueel altijd in de rechtdoor-stand laten staan: als de treinen die wissel alleen bij het uitrijden gebruiken, kunnen ze hem gewoon open rijden. Dan hoeven er zelfs geen aandrijvingen in.
Direct linksvoor van het station ligt een klein gebiedje voor wat industrie met vier sporen. Het valt misschien niet direct op, maar tussen station en industrie is een driehoek verwerkt. Dat is één van de mogelijkheden van de railgeometrie en in dit geval levert dat interessante rijroutes op. Zo kan er een kort treintje (maximaal ±75 cm, bijvoorbeeld één van de treinsets
26564,
26577 of
26541) dan wel een losse locomotief omkeren. Met dat laatste idee in het achterhoofd ligt er een ontkoppelrail links in het station: een loc kan dan zijn sleep loskoppelen, via de keerdriehoek omdraaien, via één van de andere stationssporen langs de sleep rijden en tenslotte aan de andere kant de sleep weer aankoppelen. Het is wat omslachtig, maar wel realistisch.
Ik zou zeggen, kijk er maar eens naar en gebruik ervan wat je wilt.
Edit: links verbeterd.