Citaat van: hardelissen op donderdag 17 oktober 2019, 22:08:20Nog een vraagje. Is het te doen om wat meer hoogtes op diverse plekken van het ontwerp aan te geven. Dat maakt het voor mij (vrij onervaren) een stuk makkelijker.Alvast bedankt.
Zoals ik het voor ontwerp V4 had bedacht, ligt het schaduwstation 225 mm lager dan het maaiveld met station en de industriesporen.
Als ik bij het ontwerpen met hoogteverschillen bezig ben, probeer ik niet voor elke rails de exacte hoogte te bepalen, maar controleer ik of de hoogteverschillen overal groot genoeg en de stijgingen klein genoeg zijn. Voor hoogteverschillen bij boven elkaar liggende sporen mik ik op 100 mm of meer, maar zonodig past 90 mm past ook, vooropgesteld dat eventuele pantografen naar beneden staan. Stijgingen probeer ik onder de 3% te krijgen. Voor korte treinen mag het iets meer zijn, maar treinen met zwakke locomotieven komen soms die 3% al niet op, het is dus maar een leidraad. Als er genoeg ruimte is, gebruik ik die om lagere stijgingen te ontwerpen. Een trein met vijf rijtuigen is nog niet zo lang. Vooropgesteld dat er geen zwakke loc voor zit, moet die een helling van 3% makkelijk aankunnen. Sommige van die oude locs hebben trouwens een forse trekkracht.
Voor de hoogtes kun je de plaatjes met kritische hoogteverschillen gebruiken. Als je bijvoorbeeld het station op 1000 mm maakt, volgt daaruit dat de paradebaan van V4 kort nadat hij de tunnel in is gegaan op 902 mm ligt. Een klein stukje rechts daarvan zie je bovendien dat de binnenste sporen van de klimspiraal elkaar kruisen met een hoogteverschil van 90 mm. Wat je niet zo eenvoudig kunt zien: het bovenste spoor (van de paradebaan) ligt op dat punt 90 mm onder het maaiveld. Vanaf de kruising moet je dus 90 mm overbruggen om bij het station te komen. Hoe je dat doet, wel, daar heb je verschillende mogelijkheden voor, maar daar zul je de ruime bocht aan de rechterkant van de baan zeker voor nodig hebben.
In principe ga ik er vanuit dat parallelsporen op dezelfde hoogte liggen, dat is wel zo makkelijk voor het bouwen. Verder kun je, als je van vlakke sporen aan een stijging of daling begint, niet ineens van 0 naar 3% gaan, dat is te abrupt. Je moet een paar rails gebruiken die steeds iets sterker stijgen of dalen. Dat is iets dat je wel kunt ontwerpen, maar het is beter om tijdens de aanleg een stukje spoor neer te leggen en dan te testen of de treinen de stijgingen en de overgangen van vlak naar helling aankunnen, met je zwakste locs en met veel wagons erachter. Gaat het niet, dan maak je het plaatselijk iets minder steil, of maak je de overgang iets langer. Of je besluit dat sommige locs gewoon te zwak zijn om met lange treinen te rijden.
Ter illustratie staat hieronder een plaatje hoe ik in WinTrack de hoogtes had ingesteld. Bij deze hoogtes is er nergens een stijging van meer dan 3% en de overgangen van vlak naar stijgend zijn geleidelijk. Maar staar je niet blind op de exacte getallen, pas bij het testen kom je er achter of jouw treinen dit aankunnen. Zo niet, dan moet je wat aanpassen. Bij deze baan kan dat best. Het meest kritische hoogteverschil is daarvoor bepalend. Als je merkt dat de stijging van de binnenbocht van de klimspiraal te sterk is om die 90 mm te overbruggen, kun je misschien met iets minder dan die 90 mm uit de voeten. Ligt maar net aan het materiaal waarmee je op jouw baan wilt gaan rijden.