3. Overweg, AHOB en AKI - het overige marktaanbod Fleischmann, Trix en Lima/Hema (6850, 600025) hadden overwegen. Auhagen (11345, 41582, 41604,41625), Busch (3209, 3210, 5300, 5903, 5909, 5911, 5966, 5967, 6020, 6021, 6040 ), Faller (B172, B174), Kibri (B2220, B2230, 2750), Noch (14307), Tams en Viessmann (5100, 5104, 5107, 5900) hebben overweg, AHOB, AKI en Andreaskruis in het assortiment gehad. Bij alle leveranciers werden schakelingen bistabiel aangestuurd, gebaseerd op een begin en een eind sensor, en op basis van eenrichtingverkeer per spoor.
In de vorige eeuw was het monostabiele relais met zelfhoud-schakeling een goede manier voor overweg aansturing. Die schakeling werkte met 2 sensors: de eerste zette het relais aan, de tweede uit.
Tegenwoordig is de zelfhoudschakeling ouderwets analoog, not done bij elektronici.
De beperkingen voor 2-rail voor simpele oplossingen golden tot ongeveer 20 jaar geleden.
De opkomst van digitaal rijden verliep parallel aan nieuwe elektronische ontwikkelingen
die een slimmere aanpak mogelijk maakten.
Alles buiten de Märklin-range is rond de eeuwwisseling ontwikkeld voor 2-rail,
maar ook voor 3-rail bruikbaar (volgens de handleidingen).
Alle elektronica producenten beroepen zich op de slim toegepaste elektronica die je er apart bij kon kopen.
En dan krijg je hoge verwachtingen als koper. Wat zou er dan in die kastjes allemaal zitten?
Slim? Dat roept bij mij vragen op: hoe, hoe zo dan, en onder welke omstandigheden is dat slim?
De slimste die ik tot zover tegen kwam is de Faller Car Systems overweg van
EmTec Embedded Technologies GmbH, ontwikkeld voor DCC, met een decoder, en analoog misschien bruikbaar omdat je hem ook met knopjes kunt bedienen. Treinbewegingen worden herkend met 2 pulssensoren (zoals reedcontact, lichtsluis of railcontact) of met 2 langere-duur-sensoren (zoals stroomdetectie of massadetectie). De nadruk ligt op "2" sensoren: er zijn twee posities links en rechts van de overgang getekend. Via de decoder kan de overweg ook met software geopend en gesloten worden.
4. Analoog logische aanpaka. Niet-blok georiënteerd:Zo'n 30 jaar geleden kwam men erachter dat je 2 trafo's moet nemen in plaats van 1,
bij het vervolmaken van de overweg-aanpak in 3-rail.
Want als je een trein detecteert met behulp van een lichttrafo,
dan werkt dat ook als de trein stilstaat (als de rijspanning ontbreekt).
Je ziet dat idee ook terug in een paar pagina's van de 3rail wiki:
Bezetmelding met LED en
Bezetmelding met monostabiel relais.
Een van de eerste plaatjes die ik tegen kwam, was deze, van M-Track:
Zo'n 20 jaar geleden ontstond er met de AC bi-directional optocoupler een nieuwe detectiemogelijkheid
(Optocoupler scheidt stroomkringen galvanisch, net als een relais. In de tekening is die scheiding opgeheven.
Je kunt een aparte trafo in het schema opnemen voor de 12 vDC-voeding van het relais):
In 2-rail (b.v. schaal n en z) kan dat principe ook toegepast. Neem een 2e (wisselstroom)voeding t.b.v. de detectie. De lok wordt gedetecteerd, alle wagons met verlichting (mits zonder stroomvoerende koppeling) en de sluitwagon (als die sluitlichten heeft). De wielen van alle andere wagonnetjes moet je dan van een weerstand of van weerstand-lak voorzien, om ze te kunnen detecteren. Die weerstand (meestal 10K) vervangt een stroomverbruiker (zoals licht of motor), en voorkomt daardoor kortsluiting.
Sommige 2-railers doen dat bij elke as, sommige verbinden een weerstand tussen de assen van een 2-assig draaistel (ruime halvering van het aantal weerstanden), sommige 2-railers heffen de isolatie van hun assen niet op. Redenen pro en contra zijn er te over.
Het alternatief voor een analoge monostabiele aanpak is infrarood (straalonderbreking); maar dan moet die straal wel gericht zijn op o.a de overweg zelf (want een eenzame lok in opzending zou zo maar de bomen kunnen laten open gaan).
Meestal wordt infrarood in analoog 2-rail "bistabiel" (2 stabiele toestanden) toegepast, en zijn er dus twee detectiezones nodig, op geruime afstand van de overweg. Dat is een aanpak die in de encyclopedie bij de buren wordt voorgesteld als beter dan dichterbij de overweg.
Vijftig jaar geleden stelde men: "de voorkant van de trein geeft het signaal bomen-sluiten, de achterkant van de trein geeft het signaal bomen-openen", en de achterkant van de trein betekent "op afstand van de maximale treinlengte" (en die uitdrukking lijkt sprekend op de vroegere analoge blok-logica: "een blok is minimaal zo lang als de langste trein"). Een overweg is dan geen blok, maar een grens (een stukje niemandsland) tussen 2 blokken in.
Als je op een 3-rail spoorrails 2-rail en 3-rail analoog ombeurten laat rijden, dan schakel je gelijkspanning (rijspanning) tussen de middenrail en 1 spoorstaaf; de andere spoorstaaf wordt gedeeld (en is altijd min of massa). Op die manier kun je met een en dezelfde stroomdetectie methode zowel 2- als 3-rail treinen detecteren. Ook hier is het alternatief infrarood-detectie (treintype onafhankelijk). Je moet alleen wat meer spoorstaven isoleren dan wanneer je uitsluitend 2-rail of 3-rail rijdt.
b. Blok-georiënteerdBlok-georiënteerde 2&3-railers beschouwen een overweg als een blok (sectie) met een speciale functie.
Door dat blok kort te houden, kun je op basis van bezetmelding de overweg (of AKI) aan- en uitzetten.
Als je dat zo doet, bepaalt dat systeem of je spoorbomen (knipperlicht) bistabiel of monostabiel aanstuurt.
In beide gevallen zit er een logica stap tussen bezetmelding en relais aansturing; het signaal naar het relais is dus los gekoppeld van het directe rails-signaal.
In mijn geval heeft een baanvak relais voor rijrichting, bezet en rijden. Rijrichting is dus helemaal geen punt. Die is al eerder bepaald. Een trein mag pas vertrekken naar een baanvak met een overweg als het spoor veilig is, en de "bomen dus al dicht" zijn. Neemt niet weg dat andere ideeën altijd leuk zijn.
Voor veel hobbyisten is mijn aanpak de omgekeerde wereld: zij zien een "overweg" als een los inschuifbare module (met een lokale oplossing): "de bomen gaan dicht omdat er een trein aan komt", niet "de bomen zijn dicht gegaan dus er komt een trein".
De eerste stappen die Busch en Kibri zetten met het gebruik van infrarood wezen erop dat ze het bistabiele denken nog niet los konden laten: 2 sensoren, recht tegenover elkaar, en dan met een instelbare timer het "gat" opvullen .....