Een uitdaging bij de planningBij baanplanning gebruik ik graag de C-rail slanke wissels 24711 en 24712. Daarbij loop ik al een tijdje tegen een probleem aan met de wisselboog. Deze is 12,1° en met een gebogen rail 24912, met dezelfde hoek, kan het spoor weer precies terug naar de oorspronkelijke richting. Maar wat als ik juist verder de bocht om wil?
Bij de gewone wissels 24611 en 24612 is de hoek 24,3°, boogstraal R2. Er is een gebogen rail 24224 met dezelfde hoek en boogstraal, maar ook een bijpassende korte gebogen rail 24206 van 5,7°. Daarmee kan de bocht gewoon verder gaan met boogstraal R2. Waarom is er niet zoiets voor slanke wissels? Weliswaar zou een rail van 17,9° met dezelfde boogstraal als de slanke wisselboog nogal lang zijn, dat is misschien wat veel gevraagd, maar waarom dan geen rail van 2,9° of van 5,8°?
In mijn huidige baan gebruik ik op een paar plaatsen een 24206 in een bocht waar ik ook twee keer 12,1° heb liggen. Samen 29,9°. Dat gaat gemakkelijk, een afwijking van 0,1° stelt natuurlijk niets voor. Maar die 24206 vind ik eigenlijk te sterk gebogen om samen met slanke wisselbogen te gebruiken.
De zaag er in!Op ons forum heb ik al verschillende topics gezien over het aanpassen of zelfs complete zelfbouw van rails, zoals
Laurents wissels bijvoorbeeld. Erg indrukwekkend, en véél te moeilijk voor mij, maar desalniettemin raakte ik er door geïnspireerd. Op een véél eenvoudiger niveau kan ik ook eens wat proberen, nietwaar?
Zodoende leek me het aanpassen van een bestaande rail niet meer zo'n grote stap. Omdat ik voor een gunstige prijs een flink aantal rails 24712 had gekocht, heb ik die uitgekozen als slachtoffer. Eerst ben ik gaan uitrekenen wat de geometrie zou worden als ik erin zou slagen om hem 2,9° te buigen, waarbij ik de middenleider intact zou laten. Ik zal niemand vermoeien met de berekeningen, maar hier zijn de uitkomsten:
- De buitenste railstaaf wordt 0,438 mm langer, de binnenste 0,438 mm korter dan de middenrail.
- De zijwaartse verplaatsing aan het einde van de bocht is 4,343 mm.
- De boogstraal wordt 3392 mm.
Daarna ging ik nadenken hoe ik dit zou moeten bereiken. Gelukkig vond ik toen een link naar een artikel waar bijna precies werd beschreven wat ik wilde:
Erstellung von Flexgleisen mit Märklin C-gleis. Dit leek veel eenvoudiger dan waar ik zelf aan dacht. Kort samengevat was dit mijn stappenplan:
- Snij de railbedding in het midden door, van de ene kant tot aan de railstaaf aan de andere kant en niet verder. Dit wordt de buitenste railstaaf. Ook de middenleider moet worden doorgesneden. Snij op nog een paar plaatsen de railbedding en middenleider door, eveneens tot aan de buitenste rails.
- Snij nu de binnenste railstaaf in het midden door, en maak hem rails vervolgens zoveel korter als nodig.
- Verbind de twee binnenste railstaven met een halve profielverbinder 74994, fixeer vervolgens de rails in de gewenste kromming en lijm de bedding vast.
- Soldeer draadjes aan de stukjes middenleider om de electrische verbinding te herstellen.
Toen ik dit las, begreep ik dat dit zou betekenen dat de buitenste railstaaf intact zou blijven en de binnenste 0,876 mm korter zou moeten worden. Da's gemakkelijker dan wat ik zelf wilde, waarbij ik beide railstaven aan zou moeten passen. Ik had namelijk nog geen idee hoe ik eigenlijk een railstaaf langer zou moeten maken.
Welnu, ik heb een dremel gekocht - ik las dat dat beter was dan zagen - en ben aan de slag gegaan. Ik heb de snede in het midden gemaakt, en daarbij meteen maar de binnenste railstaaf doorgeslepen, dat was wel zo gemakkelijk (zie de eerste foto voor het resultaat). Ik heb trouwens net naast het midden geslepen want daar zit een puco en die wil ik behouden. De rails was nog behoorlijk stijf, maar hij was te buigen tot de binnenste railstaven weer bijna tegen elkaar aan zaten. Bij het doorslijpen van de binnenste railstaaf was er, zoals ik had verwacht, ongeveer 1 mm metaal weggeslepen, maar omdat de snede in de bedding een klein beetje onregelmatig was, kon ik hem niet helemaal dicht krijgen. Het resultaat is een maximale buiging van 2°. Als ik de snede van de bedding wat zou verbeteren, ben ik ervan overtuigd dat 3° ook wel zou lukken. Dat is echter niet nodig.
In gebogen toestand zag de buitenste railstaaf er al mooi uit. De buiging is niet abrupt, maar wel wat sterker in het midden dan aan de uiteinden. De binnenste railstaaf was echter een ander verhaal: dat waren gewoon twee rechte stukken met een abrupte richtingsverandering van 2°. De treinen zouden het vermoedelijk wel aankunnen, maar ik dacht niet dat het er mooi uit zou zien. Dat was dus de reden dat er extra snedes in de railbedding moesten komen. Er zal sowieso altijd een richtingsverandering blijven in het midden, waar de railstaaf is doorgeslepen, maar door de bedding op meer plaatsen door te slijpen en te buigen, zal de binnenste railstaaf ook daar al een beetje buigen en zodoende wordt de abrupte verandering in het midden kleiner. Met twee extra snedes hoopte ik het terug te brengen naar 1°.
Op basis van de aanwijzingen uit het artikel had ik berekend dat de extra snedes bijna 29 mm van de uiteinden moesten komen, iets voorbij de 4e puco. Mocht ik niet helemaal tevreden zijn over de manier waarop de treinen zouden rijden, zou ik het altijd nog met nog met meer snedes kunnen proberen. Zo gedacht, zo gedaan. Het tweede plaatje toont de rail na het maken van drie snedes, deze keer voor de verandering van de onderkant.
LijmenVolgende stap was lijmen. Een halve profielverbinder had ik niet in huis (een hele ook niet
), maar bij buigen kwam de rails al heel dicht bij elkaar, dus die heb ik maar gewoon weggelaten. Omdat ik in het midden niet de hele zaagsnede dicht wilde lijmen, heb ik er een klein stukje plastic tussen gestopt. Zie plaatjes drie en vier.
Dit was geen haastklus dus ik had alle tijd om ondertussen te bedenken hoe ik de rail in mijn baantje zou kunnnen gebruiken. Het laatste plaatje toont het resultaat van dit denkwerk.
Wordt vervolgd