Als ik je ontwerp bekijk, dan ga je over veel ruimte beschikken.
Ik ga me er nu nog niet teveel in verdiepen, maar ik begrijp wel al dat je hoogte wilt winnen,
gezien je ontwerp, en dat je gezien je inlognaam met stomers gaat rijden, en dus een scenery kiest die daarop aansluit. Twee tips over bogen als je met stomers rijdt: mijdt 2221 (K-rails r=360 mm) en 24130 (C-rails r=360 mm). Er zijn (hele mooie) Roco stomers die een minimale radius willen van 419 mm, en die zijn niet aan te passen. Ook een BigBoy wringt zich moeitelozer door een R2 dan door een R1 boog, al kan die dat in principe wel, mits traag. In het zicht is het geen gezicht.
En een tip over tunnelingangen: 2 losse tunnelingangen zijn mooier dan 1 hooischuur. Bepalend in een boog is waar je de tunnelmond plaatst, en hoe klein de
hart-op-hart afstand tussen parallelle sporen uitvalt. In
Boogstraal en Bodemplaat heb ik me destijds uitgeleefd in het verzinnen van formules om de overhanging en uitzwenking van wagonbakken uit te drukken in aantal millimeters (centimeters). Van stoomloks heb ik geen verstand.
Stel nou dat je een basisontwerp kiest, zoals
Appenzellermichel's baan, dat is een mooi, doordacht plan, met enkelspoor, lussen, schaduwstations, met doorgaande treinen en beperkte rangeermogelijkheid, met een natuurlijk landschap in een U-vorm, en op een oppervlak van 400x260 cm.
Vervolgens pas je dat plan aan, aan de jouw beschikbare ruimte, en dan zie je dat die draaischijf er ruimschoots inpast, dat er ook makkelijk een keerdriehoek bij past om stoomloks om te laten draaien zonder draaischijf, dat er andere wijzen zijn om hoogte winnen, en dat een doorgangsstation in een opgerekte S-boog prima kansen biedt.
Voorbeeld station in 's Unteres Appenflüher Tal
foto van Helmut (Appenzellermichel):
Het station doet vaag een beetje denken aan wat
Anne W. op z'n baan heeft, maar daar ligt dat station verder in de boog,
een pril begin van Anne W:
Foto Anne W.: