Hallo,
Ik zal niet de enige bezitter van een modelspoorbaan zijn, die als hij zijn rollend materieel van meerdere fabrikanten eens grondig bekijkt moet concluderen dat hij te maken heeft met meer dan één soort koppelingen. Zeker toen de kortkoppelingen in zwang geraakten nam het aantal soms sterk van elkaar verschillende (en veelal daardoor niet-compatibele ) koppelingsmogelijkheden aanzienlijk toe. Dat leidde er -na veel MOROP gesteggel -toe dat een universele NEM koppelingshouder werd genormeerd als ook het universele "zwaluwstaartje" van de koppelingen die in die koppelinghouders pasten. Het resultaat van de invoering van de genormeerde onderdelen van de rijtuigkoppelingen had twee (tamelijk tegenstrijdige!) gevolgen:
a) naar eigen smaak (of mogelijkheid) kon individueel gekozen worden voor de koppeling die men bij zijn materieel wilde inzetten. Alle koppelingen met een "zwaluwstaartje" pasten in de NEM-koppelinghouders;
b) de fabrikanten waren geheel vrij om voortaan iedere koppeling te bedenken die hun het meest aanstond, mits hun koppeling maar voorzien was van een "zwaluwstaartje".
In zekere zin werd de verscheidenheid in koppelingen ermee vergroot. Maar het vereist wél dat de NEM- normen dan uiterst precies worden aangehouden en daar schort het bij herhaling aan. Met name beugelkoppelingen van in China geproduceerde modellen zijn soms alleen met de grootste moeite uit de NEM-koppelingshouders los te maken (ik heb de neiging te schrijven "met bruut geweld los te rukken"). Er zijn meerdere oorzaken aan te wijzen: het "zwaluwstaartje" heeft halverwege een verbindingsstaafje waardoor de vereiste soepelheid van de zwaluwstaartjes illusoir is geworden; de eigenschappen van de kunststof waarvan de koppelingen zijn gemaakt is überhaupt niet geschikt om de zwaluwstaartjes soepel te laten veren, en het ernstigste bezwaar is, dat de afmetingen (zeker de dikte) van de zwaluwstaartjes afwijken van de norm. Ze passen daarom in het algemeen niet in de koppelingshouders. Vergelijk dat maar met de producten van Roco, Märklin en andere Duitse fabrikanten. Hun koppelingen kunnen zonder enige moeite worden aangebracht en ook weer verwijderd.
De in vroeger tijden bijna universele "beugelkoppeling" werd door menig fabrikant afgezworen omdat daarmee niet het optisch aantrekkelijk effect kon worden bereikt van twee met buffers en rijtuigovergangen "tegen elkaar" staande wagens (op een recht stuk rail!) . De "kortkoppelingen" die dat d.m.v. een systeem van schaarbeweging in de bogen wél konden bereiken werden langzamerhand gemeengoed, en zijn na vele jaren van experimenteren met vele methoden van schaarbeweging (met opvallend vele mislukkingen) in een fase gekomen dat de huidige schaarbewegingen min of meer voldoen aan de gestelde eisen.
Met de kortkoppelingen is dat niveau nog niet bereikt. Een veel toegepast model is de "harpoen" koppeling van Roco. Die geeft nog steeds problemen vanwege het regelmatig losraken van het halfronde losse onderdeeltje noodzakelijk om op afstand te kunnen ontkoppelen. Ook doen zich nogal veel problemen voor met in de loop ter tijden verbogen koppelhaken. Ongewenste ontkoppelingen tijdens de rit (zeker bij oneffenheden in de baan) komen nog te veel voor, als ook ontkoppelingen tijdens de rit zeker bij langere treinen waarbij veel kracht op de koppelingen wordt uitgeoefend. Toen Märklin met zijn kortkoppeling uitkwam maakte Roco al snel een Universele kortkoppeling die compatibel was met de Märklin kortkoppeling. De Universele Roco koppeling is dan wel niet helemaal een kortkoppeling, maar de afstand tussen de rijtuigen is toch wel zo klein dat menige modelbouwer die "Universal Kupplung" als koppeling voor al zijn materieel heeft gekozen (zeker ook vanwege de inderdaad vederlichte koppelmogelijkheid). Aan laatstgenoemde eis voldoet de Fleischmann kortkoppeling zeker niet, maar vele liefhebbers kiezen voor Fleischmann kortkoppelingen vanwege het uiterlijk en het feit dat ze niet snel ongewenst tijdens de rit ontkoppelen. Het ontkoppelpinnetje onder de Fleischmann kortkoppeling wil nog wel eens achter een hoger puntcontact op Märklinbanen stoten.
Met name vanwege het ongewild ontkoppelen en het verschijnsel "uitsteeksels onder de koppelingen" bestaat al langer de wens om de nadelen daarvan bij de exploitatie van de modeltreinen zoveel mogelijk te vermijden. En op dit punt gloort hoop! Sinds enige tijd voert PIKO in zijn assortiment onder catalogusnummer 56042 een "Ganzzug(kurz)kupplung". Die is bedoeld om er wagen- of rijtuigcombinaties die hoofdzakelijk steeds in dezelfde samenstelling op de baan rondrijden min of meer vast met elkaar te koppelen zonder de nadelen van de vaste RIBU-koppelingen en soortgelijke verbindingsstangetjes! Bijgaande afbeeldingen geven een indruk waar het om gaat. Ik heb er al wat langer mee geëxperimenteerd en ik moet zeggen het resultaat is bevredingend. In langere rijtuigcombinaties (9 à 10 rijtuigen van 30,3 cm) waar ik deze "Ganzzug"koppelingen heb aangebracht heb ik nooit meer ongewenste "koppelingbreuken" ondervonden en ook nooit meer stoten tegen puntcontacten vanwege onderuitstekende deeltjes. Die zijn er namelijk helemaal niet! Als een rijtuig uit de vaste treinstam moet worden verwijderd til je het rijtuig eenvoudig verticaal uit de trein. Dus geen gepruts zoals het losmaken van een vaste rijtuigverbinding en naderhand een rijtuig weer in de trein op te nemen.
Ik ben zeer benieuwd of ook andere forumleden al kennis hebben gemaakt met deze "Ganzzug Kurzkupplungen". Een ding zij mijnerzijds opgemerkt: ook deze PIKO-koppelingen zijn nog niet helemaal tevredenstellend. De kunststof waar ze van gemaakt zijn is te weinig soepel waardoor het aanbrengen in de NEM-koppelingshouder nog niet aan mijn normen voldoet. Ik heb onlangs contact opgenomen met Dr Wilffer ( de eingenaar van PIKO ) en hem in overweging gegeven zijn "Ganzzug Kurzkupplung"nog te verbeteren (ook in de zin dat de NEM kortkoppelingsnormen waar het het "zwaluwstaartje betreft "gründlich respektiert werden". De ontwikkelingsafdeling van PIKO is door de leiding van mijn opmerkingen in kennis gesteld.
Rob van Kooy