Citaat van: bekie op maandag 12 juni 2017, 07:19:04
zoals een keerlus bij DC werkt
Dat is een mooie vergelijking. Daar ben ik nooit op gekomen.
Maar er is een verschil: dat lege tussenblok.
Trein-detectieBij klassiek analoge blokbesturing moet het tussenblok leeg zijn, omdat de besturing is gebaseerd
op treinvoorkant in combinatie met treinlengte en onvoorspelbare snelheid (van analoge locs).
Dat zijn ook precies de drie factoren die computergestuurde rijders als voordeel noemen van hun aanpak:
je detecteert de hele trein, liefst met massadetectie, je ijkt de snelheid, en de treinlengte is dan variabel.
Maar dat kan analoog dus ook anders. Stel je hebt blok I->Blok II->Blok III.
Als een trein onderweg is van Blok II ->Blok III, dan zijn beide blokken bezet.
Zodra de achterkant van de trein in Blok III zit, is Blok II vrij om in te rijden,
en kan de trein in Blok I naar Blok II gaan rijden.
Let op: er is dus verschil aangebracht tussen inrijden en uitrijden van een blok.Ik rijd met 2+3 door elkaar in een bloksysteem, met
trek- en duwtreinen.
Daarom is de stopplaats in elk blok net zolang is als de maximale treinlengte+12 cm.
Om te kunnen stoppen op de goede plek in een blok moet de
treinachterkant worden gedetecteerd.
Achterkant bepaalt vrijgave van het vorige blok.
Voorkant bepaalt de bezetmelding van het huidige blok.
Er is dus ook een verschil te maken tussen bezet-vrij enerzijds en anderzijds stoppen of rijden.
Met de analoge Marklin seinen is dat niet mogelijk.
Een rood sein betekent nu stoppen want het blok is bezet (welk blok?).
Een groen sein betekent nu doorrijden want het blok is vrij (welk blok?).
En je kunt je daarbij afvragen waar de blokgrens ligt:
hoort de stopplaats bij het huidige blok en het seinbeeld bij het volgende blok?
of ligt de seinstopplaats altijd aan het begin van een blok?
RijrichtingWat de voorkant en wat de achterkant van een trein is, is analoog rijrichting bepaald. Ook de nummering van blokken is rijrichting bepaald. Dus, als je de andere kant op rijdt, is er een andere voor- en achterkant. Je draait de trein als het ware om. Helaas zit de sleper nu op de verkeerde plaats in de trein.
Maar daar is wel iets aan te doen ....
Traditioneel analoog: een M* sein Marklin 7188 staat rechts van de rails. Er brandt een seinlicht, dan rijdt de trein van links naar rechts. Als op dat zelfde spoor een trein van rechts komt, dan hoort dat sein op groen te staan, met gedoofde lichten; het is dan als stopplaats buiten gebruik voor die rijrichting. In een van de Marklin seinboeken staat een voorbeeld van een schakeling om aan te geven hoe je dat kunt realiseren.
Wat er niet staat, is wat er gebeurt met de logica van de volgorde van de blokken.
Want die draait dan ook om. In het analoge M* tijdperk was dat niet nodig: de schakelrails is richting gevoelig, en bij elk sein heb je er 2 liggen ervoor, en 2 erachter. Dus kun je elke richting apart bekabelen.
Type detectieAls je 2 systemen mixt (A en D of 2 en 3), dan moet je kunnen vaststellen welk type in Blok II staat.
Want dat type bepaalt de aansturing van Blok III vanaf het moment dat een trein uit Blok II mag vertrekken.
Niet eerder natuurlijk.
Er zijn in principe dan 3 mogelijkheden:
of stroomdetectie in Blok II,
of kortsluitdetectie aan het begin van Blok III,
of het kopieren van de toestand van typerelais in Blok II naar het typerelais in Blok III
(bij richtinggevoeligheid via een richtingrelais).
Hybride systemenZodra je 2 of meer systemen mixt, spreek je van een hybride systeem.
Je zult dan bepaalde uitgangspunten van die systemen moeten inleveren.
- Analoog kun je volstaan met wel of geen rijspanning in een blok.
- Analoog zul je een wissel(straat) in een blok moeten laten vallen
(om te zorgen voor de juiste aansturing voor het type dat eraan komt). - Analoog is rijrichting bepalend voor de richting waarin de blokbezetmelding zich voortzet, en voor DC-keerlussen, keerdriehoeken en draaischijven.
- Digitaal laat je altijd wat rijspanning op de rails, ook bij stilstand.
- Digitaal maakt een wissel(straat) nooit deel uit van een blok.
- Digitaal lijkt rijrichting totaal irrelevant (software handelt dat af), behalve bij DC-keerlussen, keerdriehoeken en draaischijven.
Deze zaken bepalen analoog de bedrading en de toepassing van relais.
De hamvraag is dan de aanpak. Fredi koos destijds voor Koploper, met OC32 voor de relaisaansturing.
Dat betekent dat de computer aan moet staan om met treintjes te kunnen rijden.
Als je een analoog als startpunt kiest, dan is de digitale trein te gast.
Maar Koploper mist dan grip op de relais en grip op de meldingen. En is dus zeer beperkt bruikbaar.
Tenzij je arduino gebruikt voor de analoge schakelingen en meldingen.
RelaiskeusTraditioneel analoog werkt Marklin met universele (=bistabiele) relais. Seinen, wissels, hulprelais zijn in dat systeem bistabiel. Ze onthouden hun laatste stand. Spanning eraf, morgen verder, en alles staat nog net zo als het stond. Je zou het kunnen vergelijken met de harde schijf in een computer.
Maar er bestaan ook monostabiele relais in een aantal verschillende types. Die schakelen zolang er spanning op staat. Spanning eraf, morgen verder, en alle relais zijn gereset naar hun uitgangspositie in rust. Je zou het kunnen vergelijken met RAM-geheugen (interne geheugen in een computer).
Analoge bloksysteem bouwers van vroeger benutten ze allebei. De keus voor de een of ander viel niet bij iedereen het zelfde uit. Basiskeus: ruim je de treintjes op na elke sessie of laat je ze staan op de baan. Berg je ze op, dan kies je voor monostabiel; laat je ze staan, dan moet een deel van de relais bistabiel zijn. Zulke banale zaken maken uit wat voor schakelbouwstenen je kiest, en die bouwsteenkeuze bepaalt dan hoe je een bloksysteem realiseert.
In een hybride systeem zijn rijrichting, treintype, blokbezetting bistabiele zaken, maar het feitelijk rijden of stilstaan, en de feitelijke rijspanning zou je prima monostabiel kunnen doen, in het bijzonder met relais met twee standen: relais in rust trein rijdt, relais aangetrokken trein stopt. Bij wijze van spreken.
Op dit forum staan verschllende (ook monostabiele) bloksystemen. Zelfgebouwd, of prefab gekocht.