De te lange naam van het topic toegespitst op een van de vragen: waarom zijn er zoveel stroomkringen nodig? Of, anders gesteld, zijn er wel zoveel stroomkringen nodig? Zijn ze wel allemaal in gebruik?
Om dat vast te kunnen stellen, moet je de layout van het relais kennen: de pinbezetting
RA4L D12W-K (4 stroomkringen, 2 coils):
RALD12W-K (2 stroomkringen, 2 coils):
De basis van een schakelaar (handbediend of met relais) ligt vast in deze schets:
Er is een schakelpunt S, en dat wordt verbonden met ofwel punt A ofwel punt B, afhankelijk van de stand van de schakelaar. Iets er tussenin is niet mogelijk. Bistabiel kenmerkend: er geldt altijd of de relatie SA of de relatie SB, maar nooit de relatie AB, en er is geen voorkeursstand; de laatste stand blijft altijd bewaard, ook als de stroom eraf is geweest.
Ik heb een rode cirkel geplaatst rond de punten in de stroomkringen die geen zichtbare verbinding hebben.
Opvallend genoeg zijn dat steevast pinnen met een zelfde functie. Die functie heb ik aanvankelijk opgevat als S (de schakelende pin dus), in tegenstelling tot de pinnen met de logische functie A of B (helemaal fout gedacht).
Het aantal rode cirkels (in elec9c5) is te groot. Dit kan domweg niet waar zijn dat dit punt S is.
Dat betekent dat deze relais anders schakelen dan b.v. een Hongfa relais .
Even cross referencen:
http://kreinberg.net/Signalplatine_Bipolare_Relais.pdfgeeft dit plaatje elec(bista), en daarin staat dat een RALD12W-K stroomkring bestaat uit S+A+B in plaats van A+S+B. Zo'n tekening is duidelijker dan woorden. De pin-bezetting (layout) wijkt af van veel andere typen relais.
Uit zijn tekening blijkt welke coil A (pin 1,10) zet, en welke B (pin 2,9) zet.
De volgorde in die tekening is dus ook van belang, want anders kun je dit er niet uit aflezen.
Ik heb het met de letters S,A,B en de cijfers 1 en 2 in de Kreinberg-tekening aangegeven.
Overtollige info voor de gevorderde relais-deskundige, maar niet voor mij.
Vreemd in de Kreinberg-tekening: deze meneer houdt de nummering van de pinbezetting uit de datasheet niet aan: hij heeft ze zelf hernummerd. Ik weet niet of dat goed gebruik is. In ieder geval: nummering uit de datasheet nummert het aantal posities, uitgaande van een vaste afstand van een 2,54 euroraster. En dat komt waarschijnlijk omdat als je het relais in een DualInLine (DIL)-voetje stopt, die posities relevanter zijn dan de nummering van meneer Kreinberg.
Ik heb ook wel eens gelezen dat je ic's (en misschien ook relais) altijd op dezelfde manier hoort aan te geven, op z'n kant, met het orientatiepunt linksonder, omdat anders verwarring op treedt (bij deskundigen). Geen idee of het waar is.