Laten we ze voor het gemak type A (bovenste) en B (onderste) noemen.
Het is een klassieker uit de boekjes van meneer Enter.
Type A is een station waar je kunt rangeren, kopmaken, of tijdelijk stoppen. Vaak is het een station aan twee enkelsporige lijnen die elkaar tegenkomen.
Type B is een doorgangsstation waar sneltreinen stoptreinen kunnen passeren, of waar tegenliggers elkaar kunnen passeren; vaak gaat het dan om dubbelsporige trajecten.
Beide types komen voor, elk met hun eigen functie en eventuele uitbreidingen daarop.
Type B is het simpelst om te beveiligen. Type A biedt meer speelmomenten op de modelbaan.
Het hangt puur van de rest van je baan af waar je voor gaat.
Type B is ideaal voor een schaduwstation of voor een klein station langs een grote lijn.
Type A was vroeger in het grootspoor het meest gebruikelijk (voor zover ik me herinner).
Veel huidige grootspoor stations zijn min of meer afgeleiden van type B, in het westen van het land.
Mengvormen zie je waar "hosentragers" al dan niet in combinatie met engelse wissels liggen, vaak op plekken waar treinen kop moeten kunnen maken, of dat recent nog deden. Zo'n station is dan in principe opgezet als een type B, maar met type A kenmerken.