Ik had vroeger een 6% schuimplastic helling van Noch, Mijn 3000 lokje (uit de startset) klom gewoon naar boven. Mijn oom had een echte helling: rechtuit 3% omhoog, rechtuit 5% omlaag (dat kost ruimte).
V60 en V200 deden dat zonder probleem, met sleep. Dat is oldskool met gewichtige analoge metalen locs. Dat is speelgoed.
In de modelbouw (plastic, lichtgewicht, gedetailleerd, digitaal) doen we dat niet meer. We streven niet naar promillage, maar 2,2% vinden we al heel mooi ogen. Veel mensen verstoppen hun hellingen in een berg, en dus in bochten met te smalle radius. En dan speelt het wel: hoe krommer, hoe meer wrijving, en hoe korter de treinlengte die omhoog kan klimmen.
Toch toonde een van onze forumgasten "De spoorman" (Ben) ons dit jaar een filmpje van een plastic roco loc met een sleep van 12 30.3 cm lange wagonnen die moeiteloos een 3% helling beklimt in een bocht (maar wel een ruime).
Dus waar hebben we het over? Over radius in combinatie met hellingspercentage, en over stijgen of dalen.
De HAG Ae 8/8 reed moeiteloos een 10% helling omlaag, maar omhoog verbrandden de koolborstels.
De HAG RBe 4/4 doet het zelfde zonder koolborstels naar de haaien te branden, en zonder asb's te verliezen. Mijn Marklin 3013 doet het zelfde, maar schudt omhoog de asb bandjes af.
Dus ziedaar, daarom gaat jouw helling-percentage wagen tot 10% !