Sebastiaan,
in principe maak je gebruik van de 24230. Dat is de standaard 30 graden R2 boog. Mocht je echter vanuit een recht wissel een boog in willen, dan kan je door middel van een 24206 alsnog aan de 30 graden komen. Een normaal wissel heeft namelijk een hoek van ongeveer 24 graden (iets meer), het railstuk 2406 is ongeveer 6 graden. Railstuk 24224 is ook R2, maar is de tegenboog voor het wissel. Ook deze is ongeveer 24 graden. Met een 24224 en een 24206 maak je een boog gelijk aan 24230. Dat is in geval van een railtekort best handig.
Voor de boogstralen R1, R2 en R3 heb je ook nog een halve standaardboog. De 15 grader. Dit is bij R2 het railstuk 24215. Bij R1 is het stuk 24115 en bij R3 is het stuk 24315. Bij R3 heeft het stuk ook nog een ander doel, het heeft namelijk afneembare bedding. Hierdoor kan het bij de slanke boogwissels gebruikt worden. Maar voor jou niet belangrijk. In R4 en R5 bestaat niet zoiets als een 15 graden boog. Twee stukken 24x15 zijn samen gelijk aan 1 stuk 24x30.
Mocht je bocht nou nog niet mooi uitkomen, dan heb je voor R1 en R2 ook nog het 7,5 graden boogje. De stukken 24107 en 24207. Twee stukken 24x07 zijn samen gelijk aan 1 stuk 24x15. Het stuk 24207 wordt vaak verward met het stuk 24206. Deze lijken heel veel op elkaar, maar in praktijk zul je door deze te verwisselen tegen problemen aan gaan lopen.
Binnen de brede geometrie zijn, als je de geometrie goed toepast, bogen R1, R2 en R3 parallel aan elkaar, deze hebben allemaal een tussenafstand van 77,5 mm. Dat is dezelfde afstand als die wordt gecreëerd door een boogwissel of een setje normale wissels, zoals getekend door Gerrit.
Groet,
Laurent