Een eigenschap van de kuiptenders is dat deze tenders voorzien zijn van een zelfdragende constructie. De loks waren Kriegloks en moesten snel te produceren zijn, een zelfdragende constructie is sneller te realiseren dan een frame constructie die we bij de overige (geklonken/gelaste) tenders zien.
Met trek- en stootwerk worden de buffers en de schroefkoppeling bedoeld. Het stootwerk is niet zo heel interresant, al moet het wel goed functioneren (voldoende veerkracht). Bij het niet goed functioneren van de buffers zit er teveel speling tussen de voertuigen waardoor het een heftig ritje wordt
.
Het trekwerk zit wat ingewikkelder in elkaar. Je moet nagaan dat er nogal wat aan zo'n lok werd gehangen. De machine trekt die zware last, maar daartussen zit een (relatieve) lichte tender. Het trekwerk is bij sommige tenders doorverbonden met de koppelkast waar de kroonpin van de koppeling tussen lok en tender zit. Hierdoor is de kans kleiner dat de tender uit de rails wordt getrokken.
Wat de details achter de kolenbak zijn is voor mij ook een raadsel. Dan zal je toch even een duikje moeten nemen in het Deense (of wat is het?) stoomgebeuren. Dan moet je dat denk ik wel tegenkomen!