John,
Ik ga het proberen uit te leggen
Vroeger (lees: in het analoge tijdperk) had je twee principes in motoren, De wisselstroom (bijna alleen marklin) en gelijkstroom (bijna alle andere merken)
De electronica (lees: relais) in de lokomotief zorgde voor het wisselen van de rijrichting bij Marklin. Bij de andere merken ging dit door de spanning van polariteit te wisselen. Dit was dus niet lokafhankelijk, zoals bij marklin, maar rail / trafo afhankelijk.
Nu (lees: in het digitale tijdperk) is dit verschil er niet meer. Alle merken hebben het nu zo, dat in de lok de rijrichting bepaalt wordt.
De gelijkstroom merken gebruiken bijna allemaal een soort Wisselspanning. Met deze blokwisselspanning kan digitale informatie over gebracht worden, zoals de snelheid en of er verlichting in de lok aan moet of niet. Ook de rijrichting kan omgezet worden.
Door het gelijkrichten (in de lok) van de spanning staat er een min of meer gelijkwaardige spanning in de motor. Een stukje electronica vertaald dit naar de spanning die uiteindelijk op de motor staat. En dus hoe hard deze gaat.
Wat is nu geschreven heb is (lang niet) niet volledig, maar dit is het principe.
Overigens heeft drie rail en twee rail niets te maken met met wissel of gelijkstroom. Je kan op een drierail baan best met gelijkstroom rijden of andersom. Wel moet je dan geschikte modellen hebben om er op te kunnen rijden.