Misschien zoek je op de verkeerde trefwoorden....
Bij metaalrails is een lichtsluis een serieuze overweging. Als je erop zoekt in dit forum vind je van alles, zelfs een verwijzing naar mensen als Christian Luetgens (alleen is zijn eigen site
www.christianluetgens.de opgeheven, maar z'n draadjes staan ook op allerlei Duitse forums),
Friedel Weber (die overwegend digitaal en met k-rails rijdt) en
ook digitaalrijders geven veel tips .
Waarom op metaalrails lichtsluizen in plaats van reedcontacten? Omdat de magneet onder de trein (die je nodig hebt voor reedcontact (of hall-sensor) de neiging heeft om wisseltongen te magnetiseren. Als je vervolgens in het forum gaat zoeken naar het demagnetiseren van wisseltongen, zul je een oud draadje vinden over een simpel middel dat je gewoon af en toe even moet gebruiken om de wisseltongen te ontladen (want daarna doen ze het gewoon weer).
Er zijn voordelen bij het gebruik van lichtstraaldoorbreking en lichtstraalweerkaatsing (dat zijn zeg maar de twee basis technieken, en welke je kiest heeft te maken met gemakzucht).
Eerste voordeel geldt alleen bij straaldoorbreking: je hoeft niets te veranderen aan de rails, met als nadeel: je moet de lichtstraal exact op de goede hoogte zetten om zowel de wagenkast als de koppeling in de straal te kunnen vangen.
Bij weerkaatsing zul je een gat moeten boren in de railbedding, maar met als grote voordeel dat de weerkaatsing zowel werkt voor de wagenbodem als de koppeling.
Tweede voordeel: het werkt altijd, ongeacht wat er rijdt.
Tweede nadeel: je kunt niet zoals bij stroomdetectie of massadetectie vast stellen of een trein zich in een bepaalde sectie bevindt of die verlaten heeft. In principe kun je met een sluis alleen vast stellen of een voorwerp zich door die sluis beweegt. Als er dus een wagon achter blijft, terwijl de rest door rijdt, dan kom je daar niet achter met een lichtsluis. Tenzij, en dat lees je bij het digitale draadje, je een straal diagonaal over een wisselstraat of bocht legt, want dan weet je zeker dat die hele wisselstraat of boog bezet is of vrij.
Weerkaatsing wordt vaker gebruikt in het zicht, en bij secure zaken zoals ontkoppelrail of pendelplek.
Straaldoorbreking wordt vaker gebruikt uit het zicht, en bij grotere lijnen. Friedel Weber geeft ook een voorbeeld van het gebruik van de dubbelsluis (2 sensors op een sectie of wissel). Bij een dubbelsluis weet je zeker dat het stuk tussen de sensoren bezet is, of vrij. Door een timer of flipflop te plaatsen tussen de twee sensoren, kun je bovendien vast stellen wat de rijrichting is. Digitaal rijders boeit die vraag minder dan analoog rijders. Rijrichting is ook vast te stellen met reedcontacten, en ook dan heb je meerdere sensoren nodig.
Wie zoekt, vindt op dit forum van alles. Zelfs leverancier alibaba voor de goedkoopste elektronica adresjes.