Dag Hans.
Het spanningsverschil gemeten tussen de Fase (L) en de Nul (N) is ongeveer 230V.
Het spanningsverschil gemeten tussen twee Fasen is 400V en dat hoeven er geen
drie te zijn (denk hierbij aan bijvoorbeeld een elektrische kookplaat-aansluiting).
De spanning:De twee primaire wikkelingen van jouw transformator zijn dus zo uitgelegd dat
de twee verschillende ingangsspanningen (230-400V) dezelfde uitgangsspanning
oplevert (in dit geval dus 24V volgens het typeplaatje van de transformator).
Wanneer er nu een lagere spanning aan de primaire kant wordt aangeboden, zal
dat leiden tot een procentueel evenredige lagere spanning aan de secundaire kant.
De stroom:De maximaal opgenomen stroom aan de primaire kant van de transformator hangt
samen met het vermogen (VA) van de transformator. Het verschil tussen het opgenomen
vermogen en het afgegeven vermogen zijn de verliezen (o.a. warmte) in de kern van
de transformator: het ijzerpakket. Deze laat ik gemakshalve even buiten beschouwing.
Dus secundair: 24V x 10A = 240VA is primair 240VA / 230V = 1,04A en voor de 400V
aansluiting: 240VA / 400V = 0,6A.
Dit lijkt mij allemaal goed te gaan, maar ook ik kan een redeneringsfout maken
Ik zou deze transformator eens in een testopstelling van een dag zetten met een flinke
verbruiker aangesloten op de secundaire kant (b.v. 24V halogeenlamp).
Wel de primaire kant afzekeren met 2A, maar ook de secundaire kant afgestemd op
de verbruiker. Goed meten (onder belasting) en deze waarden noteren, eventueel
zowel aan het begin als aan het eind van de test. En meet hierbij ook de temperatuur!
Tot zover mijn visie hierop, mocht ik het fout hebben dan zal ik daar wel op worden gewezen ...
Groeten,
Erik.