Citaat van: Cees B op maandag 25 augustus 2014, 21:24:22
Jan,
De Magneetkracht is bij gebruik van gelijkstroom hoger dan wisselstroom.
Het brommen tijdens activering is veel minder.
De blauwedraad loopt via een schakelkastje naar massa. Gele draad op de "plus" aangesloten en de blauwedraad aan massa dan wordt de spoel bekrachtigt. andere blauwedraad aan massa, het sein veranderd van stand.
De behuizing van het sein moet aan massa liggen om de seinverlichting te laten branden.
Cees
Ik zet even hier iets recht:
Met wisselstroom heb je in beginsel een vele malen grotere spoelkracht dan met gelijkstroom!Je hebt nl. met wisselstroom een zg. inrushstroom (tijdens het omschakel moment; het aantrekken van de kern in het magnetisch veld) en een houdstroom (na schakelen, de stroom die de kern op zijn plaats houdt).
Deze inrushstroom is al snel zo'n 2 tot 5x hoger (of meer!) dan de houdstroom. De electromagnetische spoelkracht is dus ook bij het aantrekken een stuk sterker! Niet lineair, maar beduidend groter.
De spoelen zijn normaal uitgerekend voor de houdstroom, en kunnen kortstondig die hoge stromen wel verwerken. Met als nadeel, een grote warmteontwikkeling op de spoeldraad. Als de spoel maar kort wordt bekrachtigd, en daarna weer af kan koelen is er niets aan de hand.
Echter... Zolang de ijzeren kern niet geheel tot de eindaanslag is aangetrokken en er een luchtspleet is tussen de kern en eindaanslag (hoe minimaal ook), dan blijft de spoel in de inrushstroom staan. Hij blijft dan extra vermogen trekken en brandt na langere bekrachtigde tijd door.
Helaas zijn de meeste wissels niet zo strak intern uitgelijnt, waardoor er altijd een luchtspleet over blijft. Vandaar dat we altijd wisselspoelen met een puls moeten schakelen om deze ''speelgoed''eigenschap te overbruggen.
Bij gelijkstroom werkt dit anders. Daar heb je helemaal geen inrush- en houdstromen. De inrush is identiek als de houdstroom. Kortom, de kracht tijdens schakelen van de kern is gelijk aan het vasthouden ervan. Daarbij is echter ook vastgelegd dat de kracht tijdens schakelen een stuk zwakker is dan met wisselstroom. Die extra power opgewekt door de hoge inrushstroom mis je dan.
Daarbij is -als je dit formule technisch uitrekent- de opgewekte magnetische kracht een stuk kleiner EN temperatuur afhankelijk!
Een wisselstroomspeol is altijd even sterk, een gelijkstroomspoel wordt nog zwakker naarmate hij meer opgewarmt is.
Wat overigens wel als voordeel nu uitkomt is die zelfde "speelgoed"eigenschap van de spoelen, er blijft altijd een luchtspleet achter. Deze is bij gelijkstroom juist een must, daar anders de kern vast blijft plakken tegen de eindaanslag door opgebouwd remanent magnetisme. (wisselstroom heeft dat opbouewen van remanent magnetisme niet, deze kern wordt nl. 50 keer per seconde omgepoold)
Resume; Een wisselstroomspoel is sterker dan een gelijkstroomspoel aansturing, door de hoge inrushstroom.
Een wisselstroomspoel verbrandt als die continue wordt bekrachtigd.
Een gelijkstroomspoel verbrandt niet; mits de spoelomwikkeling is uitgelegd voor de betreffende gelijkstroomspanning.
Een gelijkstroomspoel kan blijcen plakken, als er een te kleine/geen luchtspleet is en de spoel lang wordt bekrachtigd.
Een gelijkstroomspoel is temperatuur afhankelijk, maar het verschil in kracht bij een paar graden verschil is praktisch te verwaarlozen.
Ja maar! Waarom lijkt het dat gelijkstroomspoelen dan vaak sterker lijken?Dit is te verklaren door de spoel zelf en de aangestuurde spanning die we gebruiken.
Wissel- en seinspoelen zijn uitgerekend voor pakweg 14-18 Volt wisselstroom.
Ze hebben dus de minmale nodige houdkracht bij deze wisselstroomspanning. Echter praktisch (door de constructie van dit "speelgoed") worden ze extra opgestookt door de hoge inrushstroom.
Vandaar dat ze met een korte puls moeten worden aangestuurd en brommen (op de 50Hz).
Echter nu wordt deze zelfde spoel met name met intrede van digitale decoders aangestuurd door gelijkstroom.
Wikkeltechnisch heeft een gelijkstroomspoel beduidend meer wikkelingen bij een zelfde spanning dan een wisselstroomspoel (bij dezelfde draaddikte).
Als voorbeeld; Bij een 24VAC (wisselspanning) of 12VDC (gelijkstroom) komt dit neer op pakweg hetzelfde aantal wikkelingen.
En daar komt dus de reden vandaan dat een gelijkstroom aangestuurde wisselstroomspoel sterker is geworden!
De meeste gebruiken een wisselstroomtrafo, waar ze een simpele gelijkrichtbrug achter zetten. Bij een Marklin wisselstroomtrafo van 18Volt, wordt dan de uitgestuurde gelijkstroom zo'n 23 Volt.
Je kunt je voorstellen dat als je daarmee een wisselstroomspoel aanstuurd, die uitgelegd is voor pakweg 18Volt wisselstroom, deze spoel eigenlijk gelijk is als een 9 Volts gelijkstroomspoel.... waar je dan 23 volt doorheen jaagt! Ja de spoel wordt dus ruim3x overbelast!!! Ja, en de kracht wordt dus -op een zeer oneconomische manier- ook een stukje sterker (geen 3x zo sterk, maar enkel zo'n 1,2-1,5x).
Wat je wel bereikt is een sterke reductie van de levensduur van de spoel. Om dit te voorkomen, moet dus ook een gelijkstroom aangestuurde wisselstroomspoel ook met een korte puls worden geschakeld. Anders brandt ook deze door.
Resultaat:
De extra kracht die je met dat opfokken hebt met gelijkspanning aansturing, weegt niet veel op met de extra kracht die de inrushstroom geeft bij de wisselstroomspanning.
In praktijk zit er niet zoveel verschil in kracht tussen een wisselstroom of gelijkstroom aangestuurde wissel.