Bedoel je deze?
http://wiki.3rail.nl/index.php/Onafhankelijke_analoge_treinbesturingEr zijn meerdere aanzetten gedaan in het verleden, en deze opzet komt gewoon uit het seinenboek (van M).
Een van die seinboeken vind je
hier.
Uiteraard zitten op dat soort publicaties meestal copyrights (van M). Daarom zijn ze meestal niet te downloaden. M verkocht ze (in ieder geval in de jaren '80 en '90 waren ze gewoon te koop bij de plaatselijke dealer).
Treintjeswinkels zijn zeldzaam geworden, en dit soort publicaties al helemaal.
Toch waren die M* boekjes best handig, b.v. over het spannen van bovenleiding, of het aansluiten van seinen op bovenleiding, of bij banenbouw over het aansluiten (bedraden) van complete wisselstraten, aangestuurd door schakelrails (die toen door M zelf nog contactrails werden genoemd) en hulprelais, of hoe je ontkoppelrails op je baan moet inzetten, en van seinen kunt voorzien.
Je zou er op Eurospoor of in Houten eens naar op zoek kunnen gaan, als je meer waarde hecht aan papier dan aan internet
Wat simpel is, hoeft er daarom nog niet zo simpel uit te zien. Ik vergelijk dat met de simpele handelingen die nodig zijn om een powerpoint presentatie te wijzigen. Toen ik dat iemand wilde uitleggen (voor mij 3 handelingen), bleken dat 48 stapjes te zijn als je ze volledig uitschrijft.
En zo is dat ook met bedraden. Als je de bedrading simpel opbouwt, is er niets loos. Elke wissel heeft 3 draden, elk sein 7188 heeft er 5, en zodra je stukken rails isoleert bij een sein, is alle andere rails ook geisoleerd, dus er komen nog wat rode draadjes bij. Dan stuur je dat geheel aan met schakelrails (blauwe draadjes trekken).
En daarna begint het eigenlijke puzzelwerk, wat typerend is voor analoog rijden.
Want
wat gebeurt er als de trein de andere kant op rijdt dan je had uitgedokterd,
wat gebeurt er als de lok achteraan zit in plaats van voorop,
wat gebeurt er als de sluitwagon met sluitlicht (dus met sleper) over een schakelrail rijdt,
wat gebeurt er als het ovaal wordt uitgebreid met twee passeer- of inhaalsporen,
wat gebeurt er als je een kop-station in je baan maakt, a. in dat station, en b.
met je bestaande schakelingen (met schakelrails),
wat gebeurt er als je in plaats van enkelspoor dubbelspoor aanlegt, en dat dubbelspoor in beide richtingen berijdt,
wat gebeurt er bij een enkele of een dubbele kruising (en hoe beveilig je dat),
hoe maak je een
beveiligd schaduwstation met 7188 seinen en schakelrails?
Veel van deze analoge vragen zijn ooit gesteld op dit forum, en op andere forums. Zelden geeft men een waarheidswaarden tabel, een stroomdiagram of een NSD bij een oplossing. Dat vergt namelijk veel (denk-)werk voor de maker ervan, en de tijd om het even uit te tekenen.
Oplossingen worden zelden in een keer gegeven. Er gaan meestal veel berichten overheen. Vaak komt dat omdat de vragensteller geen eenduidige vraag stelt, en onvoldoende informatie blijkt te hebben gegeven om zijn/haar probleemstelling voldoende te kunnen doorgronden.
Stel jij wilt een kopstation maken met uitsluitend 7188 seinen (plus schakelrails en ontkoppelrails).
Jij bepaalt of de
seinen uit moeten gaan bij een binnenkomende trein, en aan bij een vertrekkende trein.
Jij bepaalt of wisselstanden, seinen of spoorbezetting doorslaggevend zijn bij het binnenrijden van een kopstation.
Pas als wij die standpunten kennen, kunnen we meedenken over een oplossing. Uiteraard ontstaat er dan een wisselwerking tussen jouw plan en de door ons aangedragen oplossingen.