Nieuws:

Zin in een spoors uitstapje? Kijk eens in onze kalender!

Werken met reed-contacten

Gestart door rovanko dinsdag 24 juli 2012, 18:47:30

0 leden en 1 gast bekijken dit board.
Werken met reed-contacten
Om de bijdragen in het bestaande ?draadje? inzake het ?werken met schakelrails? niet te sterk te vermengen met  verhalen die over reed-contacten gaan heb ik maar een apart draadje geopend.

Reed-contacten pas ik op mijn baan toe om getrokken treinen en geduwde treinen op een spoorbaan met (blok)seinen door een besturingssysteem  automatisch van elkaar te laten onderscheiden. Dat is ook noodzakelijk zoals uit het onderstaande blijkt:

Op analoge banen wordt een sein meestal voorafgegaan door een kort traject dat bij onveilige stand van het sein van de rijstroom is afgeschakeld. Een getrokken trein die het onveilig sein nadert stopt dan voor het sein. Zodra het sein  veilig toont wordt door een schakelaar in het sein  (of een parallelle schakelaar buiten het sein)  dat korte traject met de rijstroom verbonden, en kan de locomotief met zijn sleep het sein passeren. Veelal ligt er dan achter het sein een schakelrail die het sein weer op onveilig zet. Dat is voor de meeste liefhebbers ?gesneden koek?.

Maar wat te doen als het onveilige sein genaderd wordt door een geduwde trein? Als er dan uitsluitend een sleper onder de duwende loc zit zal in de hiervoor beschreven situatie in het algemeen de stuurstandwagen en wellicht nog wel wat andere wagens van de treinstam het op rood staande sein al lang hebben gepasseerd alvorens de sleper van de locomotief het korte stroomloze traject vlak voor het sein heeft bereikt waardoor de duwtrein uiteindelijk stopt. Hetzelfde verschijnsel doet zich voor bij een wat langer treinstel dat slechts één sleper heeft die ? gezien de rijrichting -  toevallig ?achteraan? zit. In feite functioneert zo?n treinstel met slechts één sleper namelijk precies hetzelfde als een trek/duwtrein met slechts een sleper onder de loc. 

Als een  trein niet met zijn gehele lengte vóór een rood sein stopt is dat uiteraard géén gezicht en dat  moet dus voorkomen worden! En hoe kan dat?

Ikzelf heb het volgende gedaan:  Gerekend vanaf het sein ligt aansluitend op het gebruikelijke rijstroomloze traject vlak voor het stop tonende sein een tweede railtraject dat in ?normale toestand? op de rijstroom is aangesloten. Maar als het moet kan door een ingeschakeld relais de toevoer van de rijstroom op dat ?tweede traject? ook worden uitgeschakeld. In dat laatste geval wordt het totale stroomloze traject voor het stop tonende sein dus een stuk langer waardoor de sleper van de duwende lok c.q het treinstel dus veel eerder het aldus verlengde stroomloze traject vóór het sein bereikt.  Als bij het bepalen van de gewenste totale lengte van beide trajecten  de gebruikelijke lengte van een geduwde trein (dan wel een treinstel ?met de sleper achterop?)  in aanmerking wordt genomen komt de neus van de stuurstandwagen c.q. het treinstel ? zoals dat hoort - nog vóór het stop tonende sein tot stilstand. Zodra  het sein daarna door een stroomimpuls op veilig komt  worden door dezelfde impuls tevens beide stroomloze trajecten op de rijstroom aangesloten, en kan de volledige duwtrein c.q. het treinstel het sein passeren.

Om het onderscheid tussen getrokken treinen en geduwde treinen automatisch te laten verlopen maak ik gebruik van reed-contacten. Aan de zijkant van het rijtuig dat aan de duwende loc is gekoppeld dan wel aan de zijkant van een treinstel breng ik een magneetje aan, dat een reed-contact liggende aan dezelfde kant van het spoor kan activeren. Dat reed-contact ligt nog vóór het ?tweede? railtraject zoals hierboven beschreven. Passeert de magneet het reed-contact dan wordt daardoor dat ?tweede? trajectdeel van de rijstroom afgesloten althans als het sein op rood staat

Passeert een getrokken trein (die bij voorkeur geen rijtuig met een magneet  aan boord moet hebben) dan wel een getrokken trek/duwtrein of een treinstel met zijn sleper vóóraan  dat reed-contact dan gebeurt er uiteraard niets. Bij de ?gewone? door een loc getrokken trein niet omdat die geen magneet aan boord heeft, terwijl bij de getrokken trek/duwtrein en het treinstel "met de sleper vóór" in dat geval de magneet  ?aan de verkeerde kant zit? en dus het reed-contact niet kan activeren. Naar gelang  de stand van het sein stopt de trein dan uiteraard wel op het korte traject vlak voor het rood tonende sein of rijdt door als het sein op groen staat

In alle gevallen passeert de sleper van een trein na het sein een richtinggevoelige schakelrail die met een impuls niet alleen het sein achter zich op rood zet maar daardoor ook het direct vóór het sein liggende traject  weer stroomloos maakt. Het ?tweede? traject was al door het op groen komen van het sein automatisch weer aan de rijstroom aangesloten.

De automatische herkenning van een geduwde trein c.q. een treinstel ?met de sleper achterop? die een sein nadert werkt onder alle omstandigheden ingeval magneet en reed-contact aan dezelde kant zitten. Maar  ? zoals Cruijff al opmerkte ? ?elk voordeel heeft zijn nadeel?. Wat is namelijk het geval? Reed-contacten  werken ongeacht de rijrichting van de trein.

Stel dat de geduwde trein of het treinstel na het passeren van het sein slechts van rijrichting verandert en zo over hetzelfde traject terugkeert? De loc staat (c.q. de sleper van het treinstel zit) dan dus voorop. De eerder al besproken rijrichtinggevoelige schakelrail  die ?achter? dat sein ligt kan er dan uiteraard zondermeer voor zorgen dat het railtraject vlak vóór het dan in principe onveilig tonende sein tóch onder stroom komt te staan; een sein dat van achteren wordt benaderd heeft namelijk geen gelding voor de trein. Verderop moet dan wel een tweede rijrichting gevoelige schakelrail in de baan liggen om het stoptraject liggende vlak voor het sein weer van de rijstroom af te schakelen. 

Maar:

Aan de getrokken duwtrein c.q. het treinstel  zit nog steeds de magneet! Deze zal  het reed-contact waar we het steeds al over hebben gehad opnieuw maar nu in tegengestelde rijrichting gaan passeren, en daarbij het ?tweede? traject volstrekt ongewenst stroomloos zal gaan schakelen. Wat doe je daaraan? Wel heel eenvoudig door een tweede reed-contact  vlak achter het eerste reed-contact aan te brengen die de ongewenste situatie meteen weer ongedaan maakt door de rijstroom op dat ?tweede? traject weer in te schakelen.

De ligging van het tweede reed-contact ten opzichte het eerste reed-contact houdt dus in dat als een geduwde trein c.q. een treinstel ?met de sleper achterop? in de richting van het (dan wél voor hen geldende) op rood staande sein rijdt de magneet éérst het reed-contact passeert dat het ?tweede? traject onder rijstroom zet (wat dan nou nét NIET moet) om vlak daarna het al eerder besproken reed-contact te passeren dat de rijstroom op het ?tweede? traject uitschakelt (zoals dat voor duwtreinen en langere treinstellen bij een stop tonend sein ook moet).               

Wat ik met dit ? wellicht wat ingewikkelde en zeker lange  - verhaal hoop duidelijk te maken is dat je met reed-contacten érg leuke dingen kunt doen, maar weet wel dat ze ongevoelig zijn voor de rijrichting van de trein en dat daardoor situaties kunnen ontstaan waar je in eerste instantie niet op gerekend had. Het is dus een zaak van heel precies plannen hoe lang de beide trajecten voor een sein moeten zijn, wáár de beide reed-contacten  moeten liggen, aan welke kant van de trek/duwtrein c.q. het langere treinstel de magneet moet worden aangebracht, en hoe het gehele systeem aangelegd moet worden met zijn schakelrails en relais.
Het aantrekkelijke van deze analoge schakeling is dat meerdere blokken achter elkaar (alle precies gelijkwerkend) op een enkelsporige baan kunnen functioneren en wat nog veel interessanter is, blokseinen kunnen in beide richtingen langs die enkelsporige baan worden neergezet. Het traject kan dus in beide richtingen volgens de regels der kunst worden bereden. Geheel naar eigen wens kan bijvoorbeeld na een ?gewone? getrokken trein een trek/duwtrein ongeacht of hij geduwd of getrokken wordt dan wel een treinstel (ongeacht waar de sleper zit) de baan op worden gestuurd. Iedere keer weer detecteert het systeem bij elke trein opnieuw - ongeacht de gekozen rijrichting op het baanvak -aan welke situatie het zich voor ieder blok apart afzonderlijk moet instellen!   

Gegroet,

Rob 

P.S. Voor bezitters van treinstellen op een analoge baan blijft uiteraard de alternatieve mogelijkheid aan beide uiteinden van het stel een sleper aan te brengen en een rijrichting omschakelaar te monteren die steeds de ?voorste sleper?- gezien de rijrichting - als toevoer voor de rijstroom ?kiest?. Bij trek/duw treinen is dat ? althans naar mijn opvatting - een minder gewenste issue.

Re: Werken met reed-contacten
Lid sinds: 2009

Dwarsliggers op de rails sporen niet

offline
Re: Werken met reed-contacten
Vaag meen ik me te herinneren dat deze discussie eerder speelde, maar het probleem anders benoemd, en daarom kwam er een andere oplossing naar voren.

Stel je hebt twee soorten treinen: lok+wagens, en trek-duw-combinaties.
Stel je hebt een keerlus in je baan, of een kopstation

Nu kan de trek-duw combi beurtelings de sleper voor of achter hebben (in dat geval speelt de stopsectie en de ruimte erom heen een rol).
Sommige trek-duw combi's hebben af fabriek een sleper voor en achter (TEE bijvoorbeeld).
Dus wees consequent en doe dat dan bij alle trek-duw combi's (zelfs niet aangesloten op rijstroom werkt dat).

Wat is dan de oplossing?
De logica van de schakeling (van de relais): je moet ondervangen dat elke extra sleper die een trein rijk is, opnieuw het zelfde relais kan aanspreken. Er zijn daarvoor meerdere oplossingen denkbaar.
Maar als het gaat om een stopplaats (zoek op analoog en schaduwstation) dan kijk je primair naar de  relais zelf, en een soort bloksysteem (houdt altijd minimaal een blok vrij tussen de stopplaatsen).

Ik begrijp je verhaal niet helemaal. Je maakt gecombineerd gebruik van schakelrails en reed-contacten om deze treintypes uit elkaar te houden. Getrokken treinen (treinstammen en getrokken trek-duw combi's zonder magneet vooraan, krijgen een standaard behandeling. Als er wel een magneet vooraan zit, dus bij gediwde trek-duw-combi's dan doe je iets anders.

Ik zou overwegen om trek-duw combi's standaard uit te rusten met een sleper voor en achter.
Maar jij gaat voor de magneet aan de ene, en de sleper aan de andere kant. Dat kan ook, natuurlijk, maar leidt tot een andere oplossing.

Er zijn twee variabelen die je niet duidelijk genoeg noemt:
-enkelspoor of dubbelspoor?
-rijrichting (2 richtingen of eenrichtingsverkeer)
Die maken veel uit voor de oplossing die je kiest.
Lees bijvoorbeeld in de wiki http://oldwiki.3rail.nl/doku.php?id=besturing:analoge_besturing_schaduwstation_marklin

Wellicht kun je een schema plaatsen van hoe jouw schakeling werkt?
Wat doe je trouwens met een sleepcontact halverwege onder een wagon?
Re: Werken met reed-contacten
Lid sinds: 2009

Dwarsliggers op de rails sporen niet

offline
Re: Werken met reed-contacten
Citaat van: rovanko op dinsdag 24 juli 2012, 18:47:30
P.S. Voor bezitters van treinstellen op een analoge baan blijft uiteraard de alternatieve mogelijkheid aan beide uiteinden van het stel een sleper aan te brengen en een rijrichting omschakelaar te monteren die steeds de ?voorste sleper?- gezien de rijrichting - als toevoer voor de rijstroom ?kiest?. Bij trek/duw treinen is dat ? althans naar mijn opvatting - een minder gewenste issue.

Ik vraag me af of dit werkt op een analoge baan. Immers, de M*schakelrail kijkt niet naar stroomtoevoer maar naar het mechanisch omklikken van een schakelaar door de eerste sleper, onverschillig of die onder een tweerail- of drierail lok of wagon hangt.
Re: Werken met reed-contacten
Dag Jan Willem,

Ik heb het even erg druk, maar ik kom terug op je vragen. Vooruitlopend op mijn antwoord meld ik je wel het volgende: Indien onder een treinstel twee slepers zitten die naar gelang de rijrichting de rijstroom opnemen is dat nimmer een probleem. Alleen de "voorste" sleper neemt de rijstroom op. Als die sleper dan d.m.v. een schakelrail bijvoorbeeld een sein op rood zet waardoor ook het voor het sein liggende stoptraject weer stroomloos wordt kan het zijn dat het achterste deel van het treinstel met de "dode" sleper zich nog vóór het zojuist op rood gekomen sein bevindt. Nou, dat geeft niks, aangezien het treinstel via de voorste sleper de rijstroom toegediend krijgt. Op een bepaald moment passeert de "dode" sleper ook de schakelrail  die het zojuist gepasseerde sein op rood kan zetten, nou dat doet de "dode"sleper dan ook, alleen het sein stond al op rood  :) . Het effect is dan ook nul (zoals het hoort).

Tot later,

Rob
Re: Werken met reed-contacten
Citaat van: Jan22 op dinsdag 21 augustus 2012, 22:12:08
Ik begrijp je verhaal niet helemaal. Je maakt gecombineerd gebruik van schakelrails en reed-contacten om deze treintypes uit elkaar te houden. Getrokken treinen (treinstammen en getrokken trek-duw combi's zonder magneet vooraan, krijgen een standaard behandeling. Als er wel een magneet vooraan zit, dus bij gediwde trek-duw-combi's dan doe je iets anders.
Dag Jan Willem,

Zoals beloofd hierbij mijn reactie.

Laat ik vooropstellen dat deze materie verduveld ingewikkeld is, maar niettemin zal ik proberen het - nu weer met andere woorden - uit te leggen.

Het begint al met de door jou genoemde onderscheid. Je schrijft: ?stel je hebt twee soorten treinen lok+wagons en trek-duw combinaties?.  Dat is niet exact genoeg. Ook een trek/duw combinatie is een trein bestaande uit een lok+ wagons. Het enige verschil is dat bij een trek/duw combinatie de loc ook achteraan kan staan en de wagons dan opduwt.

Het juiste onderscheid bij onderhavige materie is:

a)    treinen bestaande uit een lok + wagons, waarbij alleen de sleper van de loc de rijstroom opneemt; en

b)    treinstellen met aan beide uiteinden een sleper, waarbij naar gelang de rijrichting de ?voorste? sleper steeds de rijstroom opneemt.

Een treinstel met slechts één sleper is in feite hetzelfde als een trein bestaande uit  lok+wagons. En als die enkele sleper min of meer aan het uiteinde van een wat langer treinstel zit is al gauw sprake van een trek/duw trein!

Trek-duw treinen waarbij naast de sleper onder de locomotief ook een sleper onder de stuurstandwagen zit waarbij naar gelang de rijrichting slechts één (de ?voorste? ) van de slepers de rijstroom opneemt zijn gelijk te stellen aan treinstellen.

Een lok+getrokken wagons maar ook een treinstel met twee slepers (voor en achter) vereisen geen speciale voorzieningen om ze netjes voor een rood sein op een kort stroomloos traject vóór dat sein  tot stilstand te brengen.

De zaak wordt ingewikkelder indien sprake is van trek/duw combinaties waarbij de rijstroom uitsluitend door de sleper van de duwende loc wordt betrokken. Wil zo?n geduwde trein - met de enige sleper "achterop" volledig  vóór een stop tonend sein tot stilstand komen dan moet het stroomloze traject vóór het sein uiteraard langer zijn. Het ?eenvoudigst? is dan het stroomloze traject vóór het sein zó lang te maken dat ook een  geduwde trein in zijn volle lengte voor het rode sein tot stilstand komt. Maar dat houdt wel in dat een getrokken trein dan wel erg ver verwijderd van het rood tonende sein op het lange stoptraject tot stilstand komt. Dat laatste ziet er niet bepaald professioneel uit.

Een oplossing kan zijn het stroomloze traject vóóٕr het sein automatisch een variabele lengte te laten geven naar gelang de soort trein die het sein nadert: kort stoptraject voor getrokken treinen en lang stoptraject voor geduwde treinen met slechts één sleper onder de loc achterop.

Om het de automatiek mogelijk te maken een getrokken trein van een geduwde trein te kunnen onderscheiden zijn er hulpmiddelen nodig zoals bijvoorbeeld  reed-contacten langs de baan die door een magneet die aan de trek/duw trein is bevestigd worden geactiveerd. Zodra de magneet zo?n  reed-contact  passeert kan hij   het verlengde deel van het stoptraject voor het sein van de rijstroom afschakelen (uiteraard alleen als het sein op rood staat!).  Zo?n magneet moet zodanig aangebracht zijn dat hij bij alle trek/duwtreinen steeds aan dezelfde kant van de trein bevestigd wordt. En dat is uiteraard de kant langs de spoorbaan waar de reed-contacten liggen die voor het gewenste doel zijn aangebracht.  Handig is daarbij om de magneten aan de stuurstandrijtuigen te bevestigen, dan is vergissen minder vanzelfsprekend.

Nu een praktijkvoorbeeld:

een geduwde trein passeert op weg naar een rood sein een reed-contact, waardoor een relais wordt geactiveerd dat het stroomloze traject voor het sein verlengt. De stuurstandwagen stopt dan vóór het sein. Zodra het sein op groen komt worden beide (elektrisch gescheiden) delen van het stroomloze traject voor het sein weer op de rijstroom aangesloten en de duwtrein kan passeren. Achter het sein ligt een richtinggevoelige schakelrail die het sein weer op rood zet (waardoor uitsluitend het korte stoptraject vlak vóór het sein weer van de rijstroom wordt afgeschakeld). De duwtrein vervolgt zijn weg en rijdt over een keerlus en keert nog steeds met het stuurstandrijtuig voorop weer terug op hetzelfde enkelsporige traject en nadert nu van achteren hetzelfde sein dat hij zojuist was gepasseerd. Dat sein staat op rood (maar dat is gezien de thans tegengestelde  rijrichting van de duwtrein irrelevant). De rijrichtinggevoelige schakelrail die zojuist het sein op rood had gezet heeft nu een andere taak: hij zet nu het stroomloze traject vlak vóór het rode sein onder rijstroom (zonder het sein op groen te zetten!)  Het tweede (verlengde)  deel van het stroomloze railtraject voor het sein was al weer op de rijstroom aangesloten toen het sein op de heenrit op groen was komen te staan.

Op een bepaald moment passeert de trein dan uiteraard het punt waar het eerder vermelde  reed-relais ligt, maar de magneet zit na de keerlus nu ?aan de andere kant?  en beïnvloedt daardoor dat reed-relais niet.

Maar nu:

Stel dat de duwtrein nadat hij het sein (waar we het steeds over hebben gehad)  is gepasseerd en dat sein ook weer via de schakelrail  op rood heeft gezet een stukje verder stopt en dan zonder de keerlus te nemen weer terugrijdt (de loc loopt dan dus voorop). Hij nadert weer van achteren het sein, de schakelrail zet het korte stoptraject onder rijstroom, de trein rijdt verder en passeert ook nu weer het al besproken reed-relais. Maar nu zit de magneet nog steeds aan de kant van de trein waar het reed-relais langs de baan ligt. Dat reed-relais (ongevoelig voor de rijrichting ) reageert nu uiteraard ook, en schakelt ? conform het doel waarvoor het werd aangebracht -  het verlengde stoptraject voor het sein van de rijstroom af. Dat laatste is in deze rijrichting volstrekt ongewenst, en moet zo snel mogelijk automatisch worden hersteld. Dat doe je door een tweede reed relais naast het eerste te leggen dat die rijstroomonderbreking van het verlengde stoptraject vlak daarna weer ongedaan maakt!

De getrokken duwtrein rijdt nog een klein stukje verder en verandert vervolgens van rijrichting  en rijdt dus met de stuurstandwagen weer voorop richting het sein. Er liggen ? inmiddels gezien mijn verhaal >:-D - nu twee reed-relais langs de baan! Eerst passeert de magneet het ?tweede? relais (dat het verlengde stoptraject onder rijstroom zet) wat in dit geval  nu nét niet moet   maar gelukkig meteen daarna het ?eerste? relais dat gewoontegetrouw het verlengde stoptraject (weer) van de rijstroom afschakelt.               

Het hierboven beschreven systeem werkt onder alle omstandigheden, dus niet alleen op tweesporige trajecten waar alleen rechts of alleen links wordt gehouden, maar ook op enkelsporige trajecten die in beide richtingen worden bereden. Het wil dus ook zeggen dat je op tweesporige trajecten op beide sporen in beide richtingen kunt rijden (het z.g. ?dubbel enkel spoor?). Ook in Nederland een niet onbekend verschijnsel.

Ik zit met het probleem dat ik indertijd ben opgescheept (een ander woord kan ik er niet voor vinden) met het Vista-systeem. Mijn HP-scanner "luistert"niet naar dat Vista-systeem. Ik kan voorshands dus héél lastig schakelschema's aan mijn berichten toevoegen. Sorry, ik wacht op het nieuwe Windows.

Mocht je - na een avondje + ongetwijfeld doorwaakte nacht-  er nog niet achter gekomen zijn hoe deze schakeling werkt dan moeten we andere oplossingen zien te vinden om de boel duidelijk te maken. Zoals ik al eerder schreef, het systeem werkt op mijn grote baan (zie het draadje "mijn baan" elders op dit forum) feilloos.

Sterkte met het bestuderen!

Gegroet,
Rob
Re: Werken met reed-contacten
Lid sinds: 2009

Dwarsliggers op de rails sporen niet

offline
Re: Werken met reed-contacten
Je hebt dus bij ieder 'sein' twee glasschakelaars liggen vlak bij het sein en twee aan het andere eind van de sectie, en na de stopsectie (aan beide zijden) een schakelrail.

De stopsectie is variabel van lengte (in plaats van standaard de lengte van de langste trein); het treintype bepaalt waar precies binnen de stopsectie gestopt gaat worden.

Ik ga inderdaad eens hard nadenken wat dat betekent voor tweerichtingverkeer blokbesturing.

Want als ik eventjes kijk naar enkelspoor-trajecten: synthus (Zuphen-Hengelo, als voorbeeld), dan denk ik dat je niet zonder meer een spoor tegen de richting in kunt berijden. Er gelden dan de logische wetten van het passeerspoor.
Re: Werken met reed-contacten
Mijn complimenten Jan Willem, je hebt het door!

De blokken op mijn baan zijn - als het mogelijk is - aansluitend achter elkaar als volgt ingedeeld:

1) schakelrail A (constant aangesloten op de rijstroom) aan beide kanten geïsoleerd van de aansluitende korte stoptrajecten van de beide blokken A en - laten we het andere noemen -  blok Z die aldaar aan elkaar grenzen. Daar in de buurt staan ook de uitrijseinen A en Z van de twee aan elkaar grenzende blokken;

2) kort stoptraject voor het uitrijsein A (komt onder rijstroom te staan bij veilig sein A en als de sleper van een trein in tegengestelde richting vanuit het voorgaande blok Z het aansluitende blok bij A binnenkomt;

3) aansluitend extra stoptraject voor geduwde treinen (normaal aangesloten op de rijstroom, maar wordt van de rijstroom afgeschakeld door de impuls van het reed-contact liggende aan het andere uiteinde B van het blok als aldaar een duwtrein passeert richting A. althans als sein A op rood staat .



naar gelang de lengte van het blok eventueel een neutraal tussenliggend traject (constant aangesloten op de rijstroom)



4) aansluitend stoptraject voor geduwde treinen in de tegengestelde richting (dus van A naar B

5) kort stoptraject voor het uitrijsein B aan het andere uiteinde van het blok;

6) schakelrail B (constant aangesloten op de rijstroom).

Indien door een impuls van een reed-relais de rijstroom op een aansluitend stoptraject voor geduwde treinen is onderbroken, wordt die onderbreking opgeheven zodra het uitrijsein aan het eind van het blok op groen is gekomen; het korte stoptraject vlak voor het uitrijsein komt sowieso onder rijstroom te staan zodra het uitrijsein op veilig komt.

De schakelrails vormen dus de grenzen tussen de aansluitende blokken. Deze schakelrails zijn altijd aangesloten op de rijstroom om te voorkomen dat een loc met zijn sleper daar om welke reden dan ook ongewenst tot stilstand komt. Niet dat dat erg is want de schakelrails activeren alleen professionele relais die niet doorbranden als ze langer onder stroom staan.

Twee reed-relais liggen inderdaad na elkaar (bijvoorbeeld ter rechterzijde van het spoor) ter hoogte van de blokgrenzen. Bij de geduwde treinen zit de magneet dan uiteraard ook aan de rechterzijde   Bij binnenkomst van een duwtrein (bijvoorbeeld) bij A schakelt het eerst gepasseerde reed-relais nabij A (geheel ongewenst zoals ik al schreef) het verderop liggende aansluitende stoptraject t.b.v. voor duwtreinen in de richting B aan op de rijstroom. Let wel dat aansluitende stoptraject stond normaal gesproken al onder rijstroom! Het vlak daarachter liggende reed-relais eveneens nabij A schakelt - zoals ook de bedoeling is - de rijstroom op het verderliggende stoptraject juist uit althans als uitrijsein B op onveilig staat ! Zou het uitrijsein B al op groen staan dan moet de impuls via het reed-relais nabij A ter uitschakeling van de rijstroom op het aansluitende traject vóór sein B dat  gevolg uiteraard niet hebben. Dat is dus een kwestie van de juiste parallelle relais-schakelingen die het blok beheersen.  Deze voorziening met twee achter elkaar liggende relais is onmisbaar omdat wanneer een trek/duwtrein met de loc voorop het blok uitrijdt de magneet aan de trein (die - gezien de rijrichting - dan aan de linkerzijde van de trein zit) ongewenste invloed uitoefent op de reed-relais aan het einde van het blok (nabij B)  die ten opzichte van die uitrijdende trein aan de "andere" (linker) kant van de rails liggen en uitsluitend bedoeld zijn om geduwde treinen in tegengestelde richting B naar A bedienen.

Ja ja, en dan moeten  ook nog de parallelle relaisschakelingen vanaf de schakelrails en de reed-relais die het functioneren blok beheersen worden "uitgevogeld". Dat is een héle klus! Eerst heel precies die schakelingen uittekenen en dan duizend keer alle getekende verbindingen met een potloodje nalopen of er geen met het systeem strijdige contacten kunnen ontstaan. Het systeem trial and error is daarbij uit den boze.

Gegroet,

Rob

P.S O ja, bij het uitrijden van het blok wordt door de schakelrail ter plekke niet alleen het uitrijsein aldaar op rood gezet, maar ook het korte traject voor het sein aan het andere uiteinde van het blok weer stroomloos geschakeld. Dat was namelijk onder rijstroom komen te staan bij het binnenrijden van het blok.     
Re: Werken met reed-contacten
Lid sinds: 2009

Dwarsliggers op de rails sporen niet

offline
Re: Werken met reed-contacten
Toch heb ik nog wat twijfels of ik je truc echt door heb:

Neem deze typisch NL-situatie, geënt op station Hollandsche Haring.

De afbeelding is gemaakt in PPT 2000 op een oude XP-computer.
RS=railschakelaar (tussen 2 railschakelaars bevindt zich een blok.
R1 t/m R4 zijn bistabiele relais. R3 en R4 bepalen de stroom op de middenrail.
Gr_lt_links= Glasschakelaar voor lange treinen die naar links rijden
Gr_kt_rechts=Glasschakelaar voor korte treinen die naar rechts rijden
Blok(puls)relais = is een shortcut voor de complexe sein-afhandeling o.i.v. blok-voorwaarden.
Gra_stoptrein en Grb-stoptrein worden nog niet gebruikt in het schema.
(ik speelde even met de gedachte voor onderscheid stoptrein sneltrein,
door ook een magneet onder de trein te hangen)

Het aantal slepers onder  een trein is niet relevant, ze slepen allemaal dezelfde kant uit.
Het aantal magneten aan de treinstam is wel relevant (alleen voor, of ook achteraan),
en ook de plek waar ze zitten (links of rechts, of onder).
De plek van de glasschakelaar bepaalt feitelijk de plek waar ongeveer de voorkant van de trein
(bepaald door de rijrichting) tot stilstand komt of kan komen.
De achterkant van de trein is niet relevant, treinlengte wel.
De treinlengte bepaalt of er een korte of een korte + een lange sectie stroomloos wordt gezet
(bij een rood sein). De rijrichting bepaalt ook inrijsein en stop-vertrek sein.
Bij vertrek zet het blok(puls)relais R3 en R4 beide op on, maar slechts een van de twee krijgt voeding, en schakelt dus ook om. Beide relais (op on) doen het zelfde: de korte en de verlengde sectie krijgen stroom. Een lange geduwde trein kan dus ook vertrekken.
Je kunt niet bij ingang van het volgende blok de zaak uitzetten, want dan kan de geduwde trein niet weg. In principe staat er dus altijd stroom aan op beide secties tot een volgende trein die zelf afschakelt.
Je moet alleen voorkomen dat een magneet in de treinachterkant de vertrekkende trein opnieuw tot stoppen brengt. Dat vergt een extra schakeling (hier nog niet getekend).
Je kunt dat doen met een bistabiel relais R0 dat je schakelt tussen de schakelrails en R1. De blokpuls bepaalt of R0 aan staat of uit. Als R0 uit is, krijgt R1 geen voeding voor de glasschakelaars. Als R0 aan staat, loopt er via R1 wel voeding naar de glasschakelaars. R0 bepaalt dus of er geluisterd moet worden naar de puls van de schakelrail, en of de trein moet stoppen. De schakelrail na dit blok zet het seinbeeld op rood, de eerstvolgende schakelrail zet R0 weer aan.

Het vertreksignaal gaat als blokpuls naar R3 en R4 (en R0).
Het seinbeeld is een heel ander verhaal, met een andere schakeling, en in principe blokgestuurd.

Ook heb je nog een uitrijseinsectie, die heb ik er even buiten gelaten. Maar die optie is heel interessant: zelfs als de trein een vertreksignaal krijgt, kan het toch nog zo zijn dat de trein niet kan vertrekken. Dat maakt de schakeling voor de blokbesturing simpeler. Je voorkomt ermee dat blokken elkaar doorschakelen via het getekende mechanisme (door foutieve aansluiting), en maakt een modulaire aanpak mogelijk: een module voor elk blok apart, en een overkoepelde module voor blokbesturing die hooguit pulssignalen geeft aan elke aparte blokmodule. Je baan heeft duidelijk meer rijlengte dan de mijne in wording ooit kan hebben.


Interessanter wordt het bij een stopplaats in het midden van het blok (treincentrering)

want waarom zou je anders al die moeite doen. En zoveel dure bistabiele relais moeten gebruiken per blok.

Ik denk dat het simpeler is als je lange treinen een magneet onder de trein (voor en achter) geeft, en korte treinen een magneet links en rechts geeft (eventueel ook voor en achter). Met een bodemplaat kun je de straling naar onderen wegvangen. Je legt nu gewoon links en rechts van de rails glasschakelaars met exact dezelfde functie, dan ben af van de logische problematiek van draaiende, kerende en achteruit rijdende treinen. Voor de schakelingen maakt het dan verder niet uit. Het principe blijft gelijk. De rijrichting bepaalt de stopplaats op basis van wat op dat moment de voorkant is van de treinstam. R0 bepaalt of de rijweg is vrijgegeven of dat er stopmechanismen in werking moeten treden.

Nu heb ik (je gedachtengang voortzettend) in plaats van trek-duw versus getrokken stam
vervangen door lange of korte trein.
Maar ik heb ook iets losgelaten (de links-rechts verwisseling, als de trein na een lus terugkeert over het zelfde spoor. Er zit een magneet links of rechts, afhankelijk van lang of kort. Ik hoop dat je me weer even aanvult op dat punt, want als ik het goed begrijp gaat dat afhankelijk van de richting om een verwisseling van de puls draden van glasschakelaar naar relais (foutieve tekening2) of je legt de glasschakelaars spiegelbeeldig (zoals in tekening1). En wat gebeurt er als de trein alleen maar van rijrichting is veranderd (achteruit terugrijdt), hoe vang je dat dan op?

Waarschijnlijk heb je een heel andere schakeling voor ogen, waarbij de schakelrail niet de glasschakelaars voedt afhankelijk van de rijrichting, maar wel de relais voor korte, respectievelijk lange trein. Je hebt dan altijd, ongeacht de rijrichting eerst een glasschakelaar voor lange trein, en dan voor korte. En daarna nog eens (met een iets ander doel). Kortom ik zal je tekst nog maar eens doorlezen.

Daarnaast zou je nog een magneet onder kunnen voeren, voor als je treinen hebt die niet overal hoeven te stoppen (als een volgend blok vrij is); dat vergt dan weer wel een extra relais tussen het blokrelais via de schakelrail naar de rest.





Re: Werken met reed-contacten
Dag Jan Willem,

Ik heb het de laatste dagen enorm druk, bovendien hoop ik eindelijk eind augustus voor een maand met "vakantie" te gaan. Een ding merk ik wel op: Mijn bloksystemen werken niet met bi-stabiele relais. Een impuls van een schakelrail of van een reed-relais (die beide systemen zijn in feite volledig van elkaar gescheiden)  doet een relais aantrekken dat zichzelf dan in de ingeschakelde situatie handhaaft totdat door een impuls van een tweede relais de voeding van het eerste relais kort wordt onderbroken waardoor het terugvalt. Het wil dus zeggen dat bij het uitschakelen van de stroomvoorziening van de spoorbaan het gehele systeem van blokken terugvalt op de (hoe zeg je dat?) default situatie. Deze methode heb ik gekozen omdat iedere keer weer als een trein (welke trein dan ook) een blok binnenrijdt op dat moment door het relevante reed-relais aan het begin van het blok wordt geanaliseerd met wat voor trein het blok eigenlijk van doen heeft (en dan de schakelingen tot stand brengt die betrekking hebben op de lengte van het stoptraject aan het eind van het blok). De schakelrails dienen "slechts" voor:

a)het op rood zetten van het zojuist gepasserde uitrijsein;
b)het weer uitschakelen van het korte stoptraject aan het begin van het blok;
c)het zenden van een impuls naar het uitrijsein van een voorliggende blok waardoor dit op groen komt te staan (het is per slot van rekening een bloksysteem waar we het over hebben).

Dat d.m.v. reed-relais tevens rekening kan worden gehouden met de aard van de treinen (gewone getrokken treinen, geduwde treinen en hoe lang die laatste zijn) staat principiëel geheel los van de enige functie die die het bloksysteem in feite heeft namelijk niet twee treinen tegelijk in het blok toe te laten.

Ik doe mijn best je zo spoedig mogelijk nader te antwoorden op je laatste draadje.

Gegroet,

Rob
Re: Werken met reed-contacten
Lid sinds: 2009

Dwarsliggers op de rails sporen niet

offline
Re: Werken met reed-contacten
Dat kan natuurlijk ook, het dubbel geschakelde monostabiele relais. Maar ja als je de stroom afschakelt, ben je ook alle gegevens kwijt.
Met een fiddleyard (zoals bij modulebanen) is dat inderdaad onbelangrijk, maar als je treinen ergens willekeurig op de baan achterlaat (op je hobbyvlierinkje), is het wel fijn om te weten hoe de stand de vorige keer was. Al met al lijkt me de keuze voor de ene of de andere aanpak vooral een kwestie van hoe je je baan in praktijk gebruikt..

Ik neem aan dat je in dat geval deze schakeling toepast: http://forum.3rail.nl/index.php?topic=14515.msg232962#msg232962
De schakelrail activeert de 2 monostabiele relais, en die blijven kleven tot de glasschakelaar ze weer uit zet.
Re: Werken met reed-contacten
Citaat van: Jan22 op donderdag 23 augustus 2012, 13:13:15
Dat kan natuurlijk ook, het dubbel geschakelde monostabiele relais. Maar ja als je de stroom afschakelt, ben je ook alle gegevens kwijt.

Inderdaad Jan Willem, dergelijke schakelingen op basis van mono-stabiele relais komen in vele tientallen op mijn baan voor. Technisch hebben ze het voordeel dat als er iets aan een relais zou mankeren er heel makkelijk een vervangend exemplaar kan worden aangebracht. Het voordeel van die keuze bleek al gauw toen ik in eerste instantie allerlei speelgoed- en amateur relais had genomen, die niet betrouwbaar bleken. Die konden toen heel gemakkelijk worden vervangen. Maar de hoofreden was tweeërlei:

a) inderdaad vallen alle monostabiele relais na uitschakeling van de baanstroom terug in de default positie. Uit principe blijven - als ik de baan afschakel - op de hoofdbaan geen treinen achter, die rangeer ik eerst  naar de "schaduw"opstelsporen of zet ze stil  in het station. Met name de technische schakelingen t.b.v. de hoofdspoorbanen zijn dus - als ik weer ga rijden-  volledig blank . Maar door het indrukken van een enkele knop op het bedieningstableau zet ik langs een hoofdspoor alle seinen naar gelang de gewenste rijrichting (rechts- of links houdend verkeer) op groen, dat is dus de moeite niet (en mócht er op een van de hoofdbanen dan door onoplettendheid  "iets" gaan rijden is dat ook geen probleem);
b) de meest belangrijke overweging om monostabiele relais voor de regeling van het verkeer op de hoofdbanen te gebruiken is dat iedere keer weer na het verlaten van een blok alle schakelingen die betrekking hebben op dat blok weer in de default stand terugkeren. Daardoor is het mogelijk dat alle soorten treinen zondermeer door elkaar op de  hoofdbaan kunnen rijden zonder dat ik daarbij op welke wijze dan ook zou hoeven in te grijpen. Als voorbeeld: Op een van de hoofdbanen rijdt een loc met getrokken wagens (die trein oefent - omdat er geen magneten aan de trein hangen- dus geen enkele invloed uit op de reed-relais). Als die trein het blok heeft verlaten volgt er een geduwde trein (die uiteraard via de reed-relais allerlei schakelingen in het blok gaat veroorzaken). Als die geduwde trein op zijn beurt het blok verlaat zet hij door het passeren van de schakelrail aan het eind van het blok niet alleen het uitreisein op rood (en een uitrijsein van een voorgelegen blok op groen)  maar tevens alle schakelingen van het blok  in de default stand. Inmiddels nadert de eerstgenoemde getrokken trein na de circelvormige hoofdbaan te hebben doorlopen opnieuw het blok en treft bij binnenrijden dus een volkomen "blanke" situatie aan waar het de schakelingen betreft. Inmiddels is de hiervoor genoemde  geduwde trein van het hoofdspoor verdwenen, maar in de plaats daarvan komt er nu een getrokken duwtrein op de baan. Die kan - als de getrokken "gewone" trein het blok uit is - dat blok op zijn beurt binnenrijden en veroorzaakt met de magneet "aan de verkeerde kant" bij het uitrijden van het blok ook weer een tweetal schakelingen via de twee aldaar liggende twee reed-relais. Die zijn evenwel uitsluitend bedoeld voor schakelingen door treinen in de tegengestelde rijrichting. Zo veroorzaakt het eerst gepasseerde reed-relais dan een - gezien de rijrichting van de trein  - geheel ongewenste afschakeling van een verlengd stoptraject aan de andere zijde van het blok , maar die "onzinnige schakeling"  wordt door het tweede reed-relais meteen weer ongedaan gemaakt. Ook deze getrokken duwtrein laat het blok dus "schoon" achter doordat opnieuw alles bij het verlaten in de default stand is teruggekeerd.

Ik gebruik uitsluitend bi- stabiele relais parrallel aan de wisselmagneten Als ik een wissel op de hoofdbaan omleg worden er soms wel twintig verbindingen (die veelal voortvloeien uit de contacten tussen de blokken onderling) noodzakelijkerwijs tegelijkertijd gewijzigd. Kijk, dan is het zinnig dat je een (kwalitatief hoogwaardig)  bi-stabiel relais gebruikt dat op zijn beurt dan weer een aantal maak/breek relais aanstuurt. Die laatsten vallen bij uitschakeling van de stroom op de spoorbaan uiteraard terug in de ruststand als ze daar niet in stonden maar zodra de stroom weer op de baan komt te staan trekken ze weer aan conform aan de stand van de wissel. In principe zijn de maak/breek relais zodanig aan het bi-stabiele relais aangesloten dat in de meest voorkomende stand van de wissel al die maak/breek relais in de ruststand staan. Dat scheelt aanzienlijk in de energieconsumptie (die ik aflees van de dubbele gestabiliseerde voedingsunit naast het controlepaneel). De energiebehoefte op mijn grote baan is - door de bank genomen - daardoor opvallend laag.

Hartelijk gegroet,

Rob

Ter afleiding van de "zware taal" van al de voorgaande draadjes gaat hierbij een fototje van een aantal Franse treinen die in het station zijn gestald.