Wat jij hebt gedaan met de bochten, klopt. Het levert een relatief kleine parallelafstand op, maar als je iets anders wilt, kun je dat eenvoudig aanpassen door iets anders te nemen dan de twee 064's.
Als je op korte afstand van de wissel al een flinke afstand tussen de sporen wilt, kan het ook met een bochtje van 15º en dan een 224 de andere kant op. Hieronder heb ik een voorbeeld uitgewerkt. Het middelste spoor heb ik ook een klein beetje veranderd, met parallelafstanden vanrespectievelijk 74 en 127 mm als resultaat.
Een alternatief is om het station niet op een hoek van 15º te leggen, maar bijna 18º. Dat kan door in elk van de sporen een bocht van 5,7º en 12,1º te leggen, ofwel een 206 en een 912. Aan de linkerkant van het station leg je dan nogmaals een bocht van 12,1º en tenslotte twee van 30º, zo kom je weer op 90º. Eén van de voordelen van deze hoeken is dat je het derde stationsspoor kunt aftakken met een slanke wissel en dan heb je geen slinger meer nodig om het spoor weer parallel te krijgen aan de andere. Het tweede plaatje laat zien wat ik bedoel. Het is maar een idee, ik heb het niet verder uitgewerkt. De parallelafstanden zijn 64 en 107 mm. Die laatste kun je groter of kleiner maken door het passtukje 064 te vervangen door iets anders.
Een tweede, misschien wel groter voordeel van het alternatief is dat het middelste stationsspoor aan de rechterkant ook verbonden is met het buitenste spoor.