Citaat van: antonv op vrijdag 19 juni 2020, 19:30:58
je kunt het een beetje verbeteren maar het blijft de vraag of het sop de kool waard is. Voor mij alvast niet, maar ik vind de technische uitdaging wel interessant. Zoals ik het nog altijd leuk vind om
En zoals ik het leuk vind om met 2-rail en 3-rail locs door elkaar op dezelfde baan te rijden ....
Voor mij is het sop de kool ook amper waard.
In schaduwstations hoeft het niet, want daar rij je toch al niet op volle kracht doorheen, dus stoppen is "ho",
en "ho" dan nog het liefst snel (want dan past er meer treinlengte op een schaduwstation-opstelspoor).
In een tunnel komt het er ook al niet zo op aan (je ziet het toch niet),
en in een boog rij je ook al niet op volle kracht.
Dus wat blijft er over, bij mij:
het paradespoor en het zichtbare station.
Bij mij is het zichtbare station een kopstation zonder doorgangsspoor.
En ook daar rij je niet op volle kracht binnen.
De maximale snelheid op de wisselstraat naar het kopstation is de minimale snelheid van de traagste loc.
Analoog is snelheid op een kopspoor min of meer richtinggevoelig.
Op kopsporen moet een trein kunnen aan- en afkoppelen.
Als een loc op een kopspoor te traag rijdt, lukt het aankoppelen niet. Hij duwt dan de wagens alleen wat op.
Als een loc op dat spoor te snel rijdt, dan lukt ontkoppelen niet.
Blijft alleen het paradespoor over.
Daar kan het interessant zijn, en daar is ook de ruimte, om te remmen of op te trekken.
En inderdaad, een nadeel van analoog: er rijden meer locs op verschillende snelheden dan je zou mogen verwachten op grond van identieke motoren en identieke tandwiel-sets.
Vrijwel identiek maken is het beste analoge middel wat je hebt om het rijgedrag van locs onderling af te stemmen.
Een echte lastregeling ontbreekt.
Een langere sleep leidt niet bij elke loc tot een tragere rit, en zeker niet bij HAG en Märklin -locs.
Met hun metalen behuizing zijn het zwaargewichten en krachtpatsers.
Als je in een analoog kopstation locs wisselt bij het kopmaken,
dan moet je zorgen dat je een gelijkwaardig stel locs uitwisselt,
en niet bijvoorbeeld een Liliput Ae 4/7 inruilt voor een HAG Ae 4/7
want die zijn beslist niet gelijkwaardig qua gewicht, trekkracht en snelheid.
In het bijzonder analoge locs van het merk Lima (met de originele Lima pannenkoek motor) trekken pas heel laat op, en zitten dan in de kortste tijd op de snelheid van een racemonster.
De trafo staat driekwart open voor ze in beweging komen; een HAG, Märklin, Kleinbahn of Fleischmann loc is dan allang via het kruipstadium aan het rijden. Qua kruipen doen die niet onder voor een digitale loc (althans niet bij mij, rijdend op pulserende gelijkstroom).