Op verzoek: vandaag kleine sparren.
Ik heb ze deze keer uit ijzerdraad gedraaid. Als je naar een kerstboom kijkt, dan zie je dat die uit 'verdiepingen' is opgebouwd. Ik dacht: ik maak boompjes van 4 verdiepingen, elk zes takken. Dat betekent vier maal zes is 24 takken. Plus een top. Ik maak dus 13 ijzerdraadjes van de dubbele boomlengte die ik dan later dubbel vouw. Overigens vouw ik een stuk ijzerdraad 13 maal dubbel en knip ik ze pas los als ik ze dubbel heb gevouwen. Dan blijft de boel mooi bij elkaar. Nouja, en dan dus draaien tot ik bij de onderste verdieping ben. Er buigen dan zes twijgen af. Dan verder draaien, na een poosje buigen weer zes twijgen af en zo verder. Tot er nog twee staanders over zijn, die draai ik in elkaar, dat is de top. De onderste twijgen zijn veels te lang, dus enig snoeiwerk is nog nodig. Even mooi in model buigen. Skeletje klaar. De lus knip ik nu door. In principe kan ik daar wortels van maken, maar dat laat ik hier achterwege. Ik knip de lus er dus af, maar laat twee of drie draadjes zitten die ik in elkaar draai: hiermee kan ik de boom vaststeken in schuim.
Dan maak ik een papje van ongeveer gelijke delen gips, bruine verf (raw umber) en houtlijm. Goed mengen en het skelet mee verven. De gips blijft door de houtlijm heel lang verwerkbaar. Bovendien vult het papje heel mooi zodat je de draaiingen van de ijzerdraad weg kunt werken. Dat heb ik hier niet helemaal doorgewerkt omdat de stammen toch nauwelijks zichtbaar zijn bij deze boompjes. Aan de onderkant kan ik er later altijd nog bij om wat extra's op te smeren.