De ombouw/verbouw van een Märklin BR 86

Märklin heeft al geruime tijd de BR 86 geproduceerd zowel voor startsets als losse verkoop.
Deze loc is voor een zeer aantrekkelijke prijs verkrijgbaar en is ook nog eens redelijk
qua detaillering.
Toch mis je wat als je het lokje op de baan ziet staan.
Als eerste is hij wat sober in de verf gezet en lijkt hierdoor meer op een lok van de ÖBB dan van de DB. Dit zal alles te maken hebben met de prijsstelling maar toch.
Hier gaan we dus wat meer verandering in brengen maar eerst wat meer informatie
over deze eenheidslok.


De Br 86 is zeer verwant aan de BR 24 en BR 64 het doel was om een universele lok
serie te produceren waarbij de uitwisseling van onderdelen voorop staat.
Dit alles om de kosten van de productie en onderhoud  te minimaliseren.
Al de lok typen hebben drijfwielen met een diameter van 1400 mm waarbij de
2 middelste wielen van de BR 86 verlaagde spoorkransen hebben om de loop door
krappe bochten te vergemakkelijken. Daarnaast diende de loks een geringe aslast te hebben van 15 ton waardoor ze zowel op hoofd als op nevenlijnen inzetbaar waren.
In totaal werden er van deze serie 776 locs geproduceerd waarbij het hoogste nummer 86966 was.

De loks zijn onder andere geproduceerd door:
-De Wiener lok fabriek (WLK)
-Henschel

Tijdens de productie werden er diversen wijzigingen doorgevoerd onder andere:
-aanpassing van de waterkasten aan de zijkanten
-vervallen van het tweede venster in het machinisten huis
-centrale vergrendeling van de rookkamer deur
-gestanste vuurkist
-waterkasten gelaste en of van klinknagels  voorzien
-smering op de flenzen van de drijfwielen
-krans rond de schoorsteen net als bij de BR 23 en 65
(bij de serie UK geproduceerd door Henschel gedurende de oorlog)
-Remmen op alle assen  waardoor de snelheid kon worden verhoogd naar 100 Km/H

De tweede wereld oorlog dreigde het programma danig in de war te schoppen.
Na de levering van de 86377  door de WLF werden de eerder bestelde loks geannuleerd.
Maar op 31  Juli 1941 kwam de produktie weer opgang mede omdat er nog veel onderdelen in opslag aanwezig waren.
Het Märklin model 86582 behoort volgens het nummer tot de standaardisering na het uitbrengen van de UK (Übergangs-KriegsloKs) met de nummers 86456 tm 86527, waarbij één detail behoorlijk in het oog springt en dat is de scherpe diepe sparing in de gelaste waterbergingen aan de beide zijden van de ketel.

Märklin heeft het model echter uitgevoerd met de de waterbergingen uit de beginperiode
wat mijn inziens niet klopt met de nummering van de lok.
Dit zal ik op een later moment corrigeren als de juiste nummer schilden van Weinnert modelbouw bij mij zijn gearriveerd.


Op de UK serie was net als de BR 52 een vereenvoudigde versie, waarbij zoveel mogelijk
onderdelen werden weg gelaten om materiaal te sparen.


Ook de liefhebber van het Nederlandse spoor kan dit model met een gerust hart inzetten op zijn baan.
De voormalige 86520 van de DRB Deutschen Reichsbahn door Henschel vervaardig in 1942
heeft bij de NS korte tijd gediend onder nummer 6401.

Nu verder naar het model model van Märklin.
Wat is er aan dit model gedaan om het toch wat saaie uiterlijk te verfraaien zonder
verder connecties te willen doen aan de werkelijkheid:
-rood schilderen van de baanruimers aan de voor en achterzijde
-locfluit metaalkleurig
-las en kabel dozen geel kleuren
-aanbrengen van een rode rand ter plaatse van de omloop.
-luchthouders rood
-verticale bevestiging trappen rood kleuren
-drijfwerk verlichting wit schilderen van de lampen
-deels rood schilderen van de trappen op de tender
-de steun aan de voorzijde onder de rookkast rood schilderen
-deel van het machinistenhuis aan de onder zijde rood schilderen.
-opbergkasten onder de kolenberging rood schilderen
-assen en wielbanden rood schilderen.

Persoonlijk vind ik nat het aanbrengen van deze details dat het lokje er een stuk
vriendelijker oogt dan het onbehandelde model

Foto?s












Dat is het dan weer voor even de volgende stap zal zijn
het weatheren van dit model


Groetjes Bert

kun je misschien scherpe foto van onderkant maken? mijn br86 ontspoort namelijk veel (bij meegebogen wissels en r1 bochten, dit was eerst nooit zo), loopt wel een draadje over

Ik vind het een van de mooiste stomers.

Bert,

Ik ben ook helemaal weg van dit model, en heb inmiddels op 2 na alle reguliere Duitse uitvoeringen die door M zijn uitgebracht. Ik mis alleen nog de 86130 (uit startset 29532) en de 86 004 (37860). In het EK boek over de BR86 van Andreas Knipping staan slechts enkele kleurenfoto's, maar je hebt inderdaad wel gelijk dat het model wat meer rood kan gebruiken. Overigens zag in ook foto's van de 86 1119 en de 86 1030 in dat boek. Ik heb nog niet verder gekeken waar die nummers dan vandaan komen, jij geeft immers aan dat het hoogste productienummer de 86 966 zou zijn.
Ik vind je verbeteringen er goed uitzoen, ik neem aan dat je ale rode vlakken opnieuw geverfd hebt, want ik kan geen kleurverschil ontdekken, of heb je exact de juiste kleur weten te bemachtigen?? Welke verf en kleurnummer heb je gebruikt??? Ik weet dat het rood RAL 3000 moet zijn, maar de vraag is of M dat ook echt zo gebruikt.....
Ik vind het mooi worden, en ben benieuwd naar je weather resultaten. Persoonlijk ben ik er nog een beetje huiverig voor, maar ik ga dit heel goed volgen!

Walter

Hoi Walter,

De naslagwerken die ik heb gaan niet verder dan nummer 86 966
ben dus net als jij erg benieuwd wat nu waar blijkt te zijn.
De aantallen die zijn gemaakt verschilt overigens ook dat varieerd tussen 774 en 776.

De kleur rood is de ral 3000 van Revell op waterbasis.
Bij dit model zie je inderdaad geen kleur verschil.

Groet Bert

PS buiten het weatheren moeten er ook nog wat gripstangen worden geplaatst.

De viercijferige nummers zijn de Reichsbahn-nummering (DDR) van na 1970. Bijvoorbeeld 86 1xxx = een kolenstook 86'er. Beginnend met 0 zou een olieloc zijn.

Citaat van: timtrein op maandag 12 april 2010, 19:59:04
De viercijferige nummers zijn de Reichsbahn-nummering (DDR) van na 1970. Bijvoorbeeld 86 1xxx = een kolenstook 86'er. Beginnend met 0 zou een olieloc zijn.

Beste Tim,

Dat had ik kunnen weten bedankt dat je mij hier op hebt gewezen.

Groet Bert

CiteerIm Jahr 1928 lieferte die Maschinenbau-Gesellschaft Karlsruhe die ersten sieben Exemplare einer neuen, nach dem Typenplan der Einheitsbauarten ausgeführten schweren Güterzug-Tenderlokomotive. In den folgenden Jahren wurden weitere 774 Maschinen von verschiedenen Herstellern geliefert, die geplanten 1000 Stück wurden jedoch aufgrund Stornierungen im zweiten Weltkrieg nicht erreicht, sodaß die bereits festgelegten Nummern Lücken aufweisen. Die ersten 16 Maschinen erhielten eine Riggenbach-Gegendruckbremse um Einsatz auf Steilstrecken, die folgenden Maschinen bis einschließlich 86 0233 besaßen nur einfache Kuppelradbremsen und ungebremste Laufräder. Zur Anhebung der Höchstgeschwindigkeit auf 80 km/h stattete man die 86 234-292, 336-875 mit Laufradbremsen aus. Bei den Maschinen 86 293-296, 336-375 wurden Krauss-Helmholtz-Gestelle anstatt der Bissel-Laufachsen eingesetzt. Die 86 966 baute Krupp 1942 aus vorhandenen Ersatzteilen, die 86 1000 war ursprünglich von der Eutin-Lübecker-Eisenbahn bestellt worden. Die ab 1941 gelieferten Maschinen waren in der vereinfachten UK-Ausführung mit geschweißten Wasserkästen, Scheibenlaufrädern und Krempenschornstein gebaut worden. Bei der DB waren nach 1945 noch insgesamt 385, bei der DR 175 Lokomotiven der Baureihe 86 vorhanden. Die DR musterte die letzten Exemplare erst 1976 aus.

Mvg,
Peter