hoi Kappa,
Die 0-100% refereert aan de P actie, ofwel de versterkingsfactor waarmee het foutsignaal (=Sollwert -/- Istwert) als regelsignaal wordt teruggezonden. In absolute zin ligt de max. versterkingsfactor gewoon vast en of dat voor ieder type motor voldoende is hangt af van de gebruikte uitgang van de versterker (bij PWM de koppeling tussen regelsignaalgrootte en PWM frequentie).
Anders gezegd, wanneer het foutsignaal heel klein is, zoals bij een veldspoelmotor, kan de max. versterkingsfactor van de ene decoder net te klein zijn voor een zinvolle regeling terwijl dat bij de andere decoder dus prima gaat.
Het aansturen op hogere frequenties wordt alleen gedaan om een wat rustiger motorloop te krijgen maar maakt de regeling niet effectiever of zuiniger. De LD-W werkt met 460 Hz en geeft daarmee voor een laag-toerenmotor een prima zachte loop. 3 of 5 kHz of meer is voor zo'n motor gewoon niet zinvol en laat hem onnodig snel slijten (borstels). De gemiddelde efficiency (Wirkungsgrad) van een AC (Märklinmotor op wisselstroom/analoog = 4,61%, van een DC motor 5,24% en van een PWM gestuurde motor 5,36% Zie deze link:
http://www.sheyn.de/Modellbahn/FAQ/Funktion/Funktion_4.php#SteuerungMärklin heeft niet voor niets indertijd voor een seriemotor (Reihenschlussmotor, anker en veldspoel elektr. in serie geschakeld) gekozen, ze leveren aanzienlijk meer kracht (koppel) dan een vergelijkbare permanent magneet motor. Daarom wordt de overbrenging bij die motoren lang gekozen, waardoor ze een stuk minder toeren draaien en dus langer leven dan een hoogtoeren motor. Het nadeel is dat naar de huidige maatstaven en smaak van modelspoorders een hele soepele loop ook bij extreem langzaam rijden nu op een hogere plaats komt dan trekkracht van de lok. Door nu de veldspoel door een permanent magneet te vervangen offer je een belangrijk deel van die trekkracht op, waardoor je de lok in feite minder efficient maakt mede omdat het(de) anker(wikkelingen) zijn afgestemd op het in serie staan met de veldspoel magneet die bij een hogere stroom steeds krachtiger wordt, wat bij een permanent magneet dus niet kan.
In dat geval moet je dus wel compenseren met een lastregeling terwijl dat bij een veldspoel motor nauwelijks nodig is, die compenseert zichzelf in hoge mate bij wisselende belasting. Bij een hogere belasting neemt de impedantie van anker+veldspoel af en wordt de stroom vanzelf iets groter (in tegenstelling tot alleen het anker dat in een als permanent magneet motor geconstrueerde constellatie toch van zichzelf al een hogere impedantie heeft).
Feit is dat wanneer je een veldspoel motor ombouwt je er een minder krachtige motor voor terugkrijgt maar één die wel een lineaire karakteristiek heeft, d.w.z. dat de krachtontplooing recht evenredig is met de toegevoerde stroom (of PWM frequentie, zie link hierboven). Dat maakt het draaien aan de regelknop gevoelsmatig wat logischer, het laat de lok er niet beter of slechter, mooier of minder mooi door lopen.
Maar omdat je de overbrenging niet verandert, het blijft een laag-toeren motor, heb je juist bij die lage snelheiden méér stroomverbruik die wordt toegevoerd dankzij een hoge uitsturing van de lastregeling dan de originele veldspoel motor. En langzamer rijden dan het min. toerental van de motor (anker) toelaat kun je hoe dan ook toch niet.
esu en anderen maken prachtige en dure decoders maar een simpele Tams biedt voor dit type motor een regeling die de basiskenmerken- grote trekkracht en lange levensduur- beter tot zijn recht doen komen dan ombouw naar permanent magneet. En dat i.c.m. een mooie stille loop en een even goede regelbaarheid. Wat ze missen bij MM aansturing is de lineariteit van een gelijkstroom/multiprotocol decoder, maar als je DCC28 kunt rijden kun je zelfs dat nog instellen.
Groetjes, Rob