Europese Regelgeving moet altijd in landelijke wet- en regelgeving worden vertaald. Er gelden in Nederland eisen waaraan een machinist moet voldoen. Dat heeft betrekking op geestelijke en lichamelijke conditie en op kennis van het spoorse systeem. Er zijn eisen, die alleen gelden voor niet-openbare infrastructuur, zoals de Bijzondere spoorwegen, waaronder de museumlijnen vallen. Er zijn ook eisen, die gelden voor de landelijke openbare infrastructuur. Niet elke machinist hoeft voor alle landelijke infrastructuur kennis te hebben. Zo zal een machinist van Arriva uit Zuid Limburg echt geen kennis hoeven te hebben van het rijden op de HSL. Ook voor de machinist van de ZLSM is een beperkte bevoegdheid voldoende.
Het probleem zit in het hebben van een aansluiting op het openbare spoorwegnet. De ZLSM heeft er twee: in Kerkrade West en in Schin op Geul.
Er is veel discussie geweest over wie de kosten van de vernieuwing van het wissel in Schin op Geul moest betalen. Voor ProRail was de goedkoopste oplossing : wissel er uit, geen nieuw wissel terugleggen. En dan kan de ZLSM niet meer naar Valkenburg doorrijden.
In Kerkrade west speelde een discussie over het vernieuwen van een overweg tussen het officiële (ProRail) station en de ZSLM lijn. Die discussie heeft uiteindelijk geleid tot een eigen ZLSM- perron net voor die overweg.
Bij dit alles komt nog een bedrag per keer te betalen aan ProRail als er een stoomtrein doorrijdt naar het openbare spoorwegnet, de zogeheten gebruiksvergoeding. Ook daar is veel discussie over.
Groeten,
Roel