Er is maar één manier om erachter te komen wat de maximale lengte van een blok is dat je met 1 melder kunt bestrijken en dat is zelf testen. Daarbij spelen een aantal factoren een rol:
1. Je eigen waarneming en acceptatie ofwel waar ligt voor jezelf de grens van variaties in de stoppositie
2. De gebruikte locs en dan met name de ingebouwde decoders
3. Het gebruikte terugmeldsysteem
Het eenvoudigst hierbij is om een testbaan aan te leggen in de vorm van een ovaal. Voor de lengte van de 2 rechte railgedeelten neem je de gewenste bloklengte, dus 2 of 3 meter, waarbij je 1 deel in 3 secties opdeelt en het andere rechte deel niet opdeelt, dus bij dit laatste deel is de sectielengte gelijk aan de bloklengte. De beide railgedeelten verbind je door 2 gebogen railgedeelten van 180°. Hierbij gebruik je in totaal dus 6 meldpunten van de 8 op de GleisReporter.
Maak nu het baanplan in iTrain aan, verlaag de optrek- en afremvertraging van je locdecoders tot een waarde net boven nul en ijk je locs in iTrain. Ga vervolgens rijden op posities, de standaardinstelling van iTrain 4, en stel de reactievertraging van je locs af in het blok met de 3 secties. Kijk vervolgens in het andere blok met slechts 1 remmelder waar de loc tot stilstand komt. Herhaal deze meting diverse malen, maar wijzig hierbij
niet meer de reactievertraging.
Zijn de stopposities in het blok met 3 secties naar je zin, maar in het blok met 1 sectie teveel uiteenlopend, kort dan de rechte railgedeelten in en pas de instellingen in iTrain overeenkomstig aan. Meet opnieuw en ga door totdat de lengte van het blok met 1 melder naar je zin is.
Nog een paar opmerkingen: Sluit de voeding van je baan aan op meerdere punten, bij voorkeur diagonaal en met voldoende dikke draad voor een evenwichtige voeding. Wellicht ten overvloede: Altijd maar 1 Gleisbox gebruiken en ook geen trafo's of andere voedingen aansluiten.
Controleer tevens of de hele baan in een horizontaal vlak ligt.
Graag je bevindingen terugmelden, daar profiteren we allemaal weer van