In wezen is een wisselaandrijving niet meer dan een spoel met een beweegbare kern en een eindschakelaar, die in serie met de spoel is geschakeld. Nu is een spoel het meest conservatieve onderdeel van de modeltreinbaan, want hij verzet zich tegen elke toestandsverandering. Sterker nog: hij probeert elke toestand in stand te houden. Met een gelijkstroom is de spoel in zijn element, want die is lekker constant. Een wisselstroom daarentegen zoals die uit het net komt, heeft een frequentie van 50 Hz en wisselt daarmee 100 keer per seconde van richting. Dat gaat tegen de aard van de spoel in, maar bij deze relatief lage netfrequentie werkt hij nog wel om als aandrijving te fungeren.
Vrijwel alle decoders sturen een gelijkstroom uit, waarmee de spoel dus in zijn element is. Als nu de eindschakelaar wordt geopend, wordt de stroomkring onderbroken. De spoel wil daar echter niets van weten en probeert de stroom in stand te houden. Dat heeft tot gevolg dat de spanning op het ene contact van de eindschakelaar dat met de spoel is verbonden enorm daalt, waardoor er een groot spanningsverschil over de eindschakelaar optreedt met een flinke vonk tot gevolg. Nu zijn vonken een vorm van verspanende bewerking, waardoor er metaal van de contacten van de eindschakelaar wordt weggeslagen.
Märklin heeft dit in de laatste serie wisselaandrijvingen (74491) proberen tegen te gaan door een condensator parallel over de eindschakelaar te plaatsen en een varistor parallel over de spoel. De varistor is een elektronische component die pas gaat geleiden boven een bepaald spanningsverschil, in dit geval zo'n 38 volt. Hiermee blijft de wisselaandrijving geschikt voor wisselstroom, mits de spanning nooit boven 38 volt uitkomt, omdat anders de voeding van de wisselaandrijving rechtstreeks wordt kortgesloten over de schakelaar. Het idee achter de modificatie van Märklin is dat de spoel een gesloten circuit met de varistor kan vormen, geholpen door de condensator, om te voorkomen dat de spanning te hoog oploopt. Helaas schakelt de varistor te traag en dat ook nog eens pas vanaf een spanningsverschil van 38 volt, zodat het effect niet optimaal is en er toch een geringe vonkvorming over de contacten van de eindschakelaar optreedt.
Het plaatsen van een snel schakelende diode (Schottky diode) over de spoel is wel effectief. Op mijn modelbaan hebben de aandrijvingen van het laatste type met de Schottky diode al meer dan 2000 cycli (heen en weer) geschakeld en ze functioneren nog als nieuw. Het kan dus wel, de aandrijvingen zijn alleen niet meer geschikt voor wisselstroom...