Ik ben het met Fred eens, De P8/BR38. Prachtige loc (en als je de M*-modellen maar zozo vindt, bekijk
dan eens het Wendezug-model met gesloten machinistenhuis en kuiptender van Weinert *kwijl*)!
Meest gebouwde* Duitse stoomloc, ruim 60! jaar in dienst, manusje-van-alles (hoewel gebouwd als Personenzug-
lokomotive), tientallen jaren gezichtsbepalend. Direct gevolgd door de V160-familie (216-218 en varianten),
opvolger en vervanger van de BR38, eveneens manusje-van-alles, compacte en krachtige loc, bewonderd/verguisd
vanwege het gebrul van de motoren (vind ik zelf minder) met een vreemd kenmerkend hoogfrequent geluid van de
aandrijving (dat vind ik dan wél weer heel leuk), maar vooral een (voor die tijd) zeer moderne vormgeving, gepikt
van haar grote zus, de V320, een, vanwege haar lengte, oerlelijk ding (en met uitzondering van de Lollo's, die meer
aan de V200 doen denken).
Alle "jasjes" staan haar even mooi, of het nu alt-rot, oceaanblauw-beige, oriëntrood of verkeersrood is!
De 103 is een mooie elegante dame (van opzij gezien), maar kijk je haar recht in het gelaat, blijft er van de
elegantie weinig over, doet meer denken aan het "gedrongen" uiterlijk van de jaren 50 Elloks.
*in "vredestijd", met dien verstande dat in 1914-18 de productie gewoon doorging en een aantal locs geleverd werden
aan de "Militär-Eisenbahnen-Direktionen" Brussel en Warschau.
Mvg, Willem.